De RASpremie per 1 januari 2010 is (voorlopig) vastgesteld op 0,75% (2009: 0,75%). Dit hebben CAO-partijen in een aparte CAO afgesproken.
Omdat er op dit moment nog geen nieuwe arbeidsvoorwaarden-CAO voor de schoonmaak- en Glazenwassersbranche is afgesloten en de aparte CAO voor de RASpremie niet algemeenverbindend is verklaard, geldt de RASpremie (voorlopig) alleen voor de georganiseerde bedrijven, dat zijn de leden van de werkgeversorganisatie OSB.
Dit betekent dat tot nadere berichtgeving de Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijven, die geen lid zijn van de OSB;
-geen RASpremie verschuldigd zijn;
-en daardoor ook niet in aanmerking komen voor de bijdrageregeling voor opleidingen- en verletkosten
-geen gebruik kunnen maken van de diensten van het RAS-Examenbureau
-en/of de RAS en de Stichting O&O-fonds en de Stichting Controle Orgaan.
Zodra er sprake is van een nieuwe CAO en die algemeenverbindend is verklaard, geldt dat alle bedrijven uit de sector RASpremie moeten afdragen. En dan ook weer gebruik kunnen maken van de vergoedingsregelingen en de dienstverlening van de Stichting RAS, Stichting O&O-fonds, Stichting Controle Orgaan en het RAS-Examenbureau.