OSB is dit jaar met succes begonnen aan een project Nederlandse taal voor schoonmakers. Tot nu toe hebben zich al bijna 800 schoonmakers aangemeld voor een taaltraject. De eerste resultaten van deze taalcursus zijn positief. Het helpt de schoonmaker in het werk, maar ook in zijn privé-omgeving. Door bezuinigingen bij de overheid dreigt dit succesvolle initiatief al na een jaar te stoppen.
Uit de evaluaties blijkt dat het beheersen van de Nederlandse taal voor de schoonmaker voordelen biedt op het werk, maar ook bij de integratie in onze maatschappij. Schoonmakers die Nederlands spreken, begrijpen instructies beter, bespreken problemen op het werk, werken veiliger en begrijpen de klant beter. Kortom: het helpt als je dezelfde taal spreekt. Ook helpt het in de privésfeer: zo kan de werknemer zijn kinderen beter helpen met het huiswerk en bij de huisarts vertellen wat er scheelt. Het spreken van de Nederlandse taal stimuleert de integratie in onze Nederlandse maatschappij. Het onderlinge begrip neemt toe en het helpt de schoonmaker om zich thuis te voelen in ons land en zich verder te ontwikkelen.
Begin van dit jaar heeft OSB speciaal voor dit traject een projectleider aangesteld. Zij heeft schoonmaakbedrijven geholpen bij het organiseren van taalonderwijs en inburgering op de werkvloer. Daarbij kon vaak gebruik worden gemaakt van de participatiebudgetten van gemeenten. Echter, door bezuinigingen dreigt deze steun weg te vallen en komt het succesvolle initiatief vroegtijdig tot een stilstand. OSB heeft Minister Donner van het Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties inmiddels een brief gestuurd en hem gevraagd financiële middelen beschikbaar te stellen, waardoor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt via deze weg ondersteund kunnen worden bij hun integratie en het leren van de Nederlandse taal. OSB wil graag met de Minister in gesprek.
OSB-voorzitter Hans Simons: “We spreken in ons land op allerlei manieren over inburgering en integratie. Iedereen vindt het een belangrijk onderwerp. Het taaltraject in onze branche is een schitterend voorbeeld van hoe een private sector aan de slag gaat met overheidsbeleid. Heel jammer dat door bezuinigingen dit project dreigt te stoppen.”