Microvezeldoekjes veroorzaakten in de jaren negentig een ware revolutie in de professionele reinigingswereld. Het waren niet zomaar nieuwe schoonmaakdoekjes, het was een heel andere manier van reinigen. De één begroette het microvezeldoekje met scepsis, een ander bestempelde het al snel als ‘wonderdoekje’.
Het Zweedse Advanced Cleaning Technics (ACT), uitvinder van de microvezeltechnologie, bracht in 1992 de eerste schoonmaakproducten op de reinigingsmarkt die gebaseerd waren op de actex-vezel. Deze ultradunne Japanse vezel had slechts een honderdste van de dikte van een mensenhaar en maakte schoon met behulp van uitsluitend water.
Pionier
In Nederland was Pro-Am BV in Soesterberg medio jaren negentig één van de eersten die het aandurfde met microvezelreiniging te gaan werken. Het bedrijf werd exclusief importeur voor de Benelux van de producten van ACT. “We zijn importeur van het Zwitserse Pramol chemie en hebben onszelf wel achter de oren gekrabd toen de microvezeltechnologie opkwam”, bekent eigenaar Wim Dijkgraaf van Pro-Am. “Het was natuurlijk kannibalisme voor onze chemieomzet. Maar we zijn er toch mee begonnen, want als je het zelf niet doet, doet de buurman het wel.”
Intrede in kappersbranche
Microvezeltechnologie deed in eerste instantie met handdoeken zijn intrede in de kappersbranche, vertelt Dijkgraaf. “Het was toen al duidelijk dat het een product met een enorm absorptievermogen was, waardoor de droogtijd van het haar onder droogkap aanzienlijk verkort kon worden. Maar in de praktijk bleek ook dat vrouwen die hun haar lieten kleuren werden ontdaan van hun kleurspoeling. Toen realiseerde men zich dat microvezel ook een – mechanisch – reinigende werking had. Vervolgens is de eerste lijn als schoonmaaksysteem op basis van microvezel geïntroduceerd.”
Zes E’s
De ergonomie is één van de grote voordelen van het reinigen met microvezeldoekjes, stelt Dijkgraaf. “Eén van de grootste verschillen tussen traditioneel reinigen en reinigen met microvezeldoeken is het transportmiddel. Bij traditioneel reinigen moet je met de doek altijd terug in het sopwater. Het water is het transportmiddel. Bij microvezelreiniging hoef je de doek niet terug te brengen in het water en is de doek zelf het transportmiddel. Schoonmakers hoeven geen mops meer uit te persen en niet te bukken, waardoor ze minder snel last krijgen van spier- en gewrichtsklachten.”
Met de ergonomie is één van de zes E’s genoemd waarin de voordelen van microvezeltechnologie zijn onder te brengen, naast Effectief, Efficiënt, Educatief, Ecologisch en Economisch. “De aanschaf van de doekjes is wel iets duurder, maar je doet er veel langer mee”, zegt Dijkgraaf over dit laatste voordeel. “Om de zesde E van Educatie uit te leggen haalt Dijkgraaf de Sinner-cirkel aan. Die bestaat uit de kwadranten chemie (de reinigingsmiddelen), temperatuur (van het water), tijd en mechanische bewerking. Bij traditioneel schoonmaken zijn deze vier kwadranten even groot. “Het verschil tussen traditioneel schoonmaken en reinigen met microvezeltechnologie is dat het kwadrant chemie helemaal of bijna wegvalt, evenals temperatuur en tijd, en de mechaniek bijna driekwart beslaat.”
Gewoontes veranderen
“Twee academische ziekenhuizen en een groot aantal regionale ziekenhuizen en clusters van zorginstellingen werken met onze microvezelreinigingsproducten. Eén van onze grootste en oudste afnemers is het UMC in Utrecht”, zegt Dijkgraaf. Werknemers van Pro-Am hadden er een hele klus aan om alle driehonderd schoonmakers in enkele weken op een andere manier te laten gaan schoonmaken. Het moeilijkste was het veranderen van gewoontes, vertelt Dijkgraaf. “Als je twintig jaar in het UMC hebt lopen soppen, ga je dat niet van de ene op de andere dag op een andere manier doen. In het UMC was er één vrouw, Ria, die er erg fel op tegen was. Ze vond het volkomen onzin. Nu is ze onze grootste ambassadrice. Dat is het mooie van dit vak, dat je mensen kunt laten inzien dat het proces van het veranderen van gedrag een uitdaging is.”
Ontwikkeling
“Ten aanzien van microvezel systeemontwikkeling zal in de toekomst de kwaliteit beter worden ‘gemonitord’ door in de textielproducten chips in te bouwen. Ook verdere ontwikkelingen op ergonomisch gebied binnen de gereedschappen zijn noodzakelijk. In het Arbo-kader zijn ons gevallen bekend van uitvoerenden die op medische indicatie met microvezel moéten werken” aldus Dijkgraaf.