Het Nederlands Normalisatie-instituut NEN vond een tiental bedrijven in verschillende branches die de nieuwe ISO 26000 norm willen toepassen in hun gehele organisatie. CSU is daar één van. Clean Totaal toog naar NEN in Delft om zich voor te laten lichten over deze norm op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ingeborg Boon stond ons te woord.
Allereerst een taalkundige les. De gemiddelde Nederlandse volksmond heeft het over ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’, maar de officiële Nederlandse definitie van de internationale richtlijn luidt: Maatschappelijke Verantwoordelijkheid voor Organisaties. Hetzelfde, maar net even anders. Daar draait het ook om in dit verhaal. Ieder bedrijf is al actief met MVO, maar door je te confirmeren aan de ISO-richtlijn, beleef je het net even anders. ‘Zet goede bedoelingen om in goede acties’. “Een belangrijk winstpunt van de norm is dat we nu wereldwijd met elkaar hebben bepaald wat we onder MVO dienen te verstaan. De norm biedt wat dat betreft een gemeenschappelijke taal en een level playing field”.
Normcommissie
“Toen de vraag om een wereldwijde norm voor MVO kwam, hebben we een normcommissie geformeerd met belangengroeperingen uit verschillende onderdelen van de maatschappij. Iedereen heeft inspraak gehad. Die normcommissie stelt vervolgens de Nederlandse mitsen, maren, eisen, aanvullingen en vragen samen en die breng ik dan weer in bij ISO in Genève. Als normcommissie hebben we namens Nederland een stem kunnen uitbrengen op ISO 26000.”
Zelfverklaring
Van meet af aan is gewerkt aan de nieuwe standaard vanuit het idee dat hij niet certificeerbaar zal zijn. “Het is een ondersteunende richtlijn, geen eisen-stellend document. Dit betekent dat aan ISO 26000 geen certificering is gekoppeld. Certificering druist ook in tegen het MVO-principe. Daarnaast is de normcommissie van mening dat MVO vanuit jezelf moet komen en niet omdat het moet. MVO is maatwerk.” Maar bedrijven willen wel kunnen laten zien dat ze MVO-verantwoord bezig zijn. “Men wil erkenning. We zijn daarom bezig met het concept van zelfverklaringen, waarin bedrijven op een A4 kunnen aangeven met ISO 26000 bezig te zijn. Wat dan wel belangrijk is, is dat ze ook vertellen hoe en waarom ze ermee bezig zijn en dat ze een onderbouwing geven.”
Imago
Hoe kan een belanghebbende (stakeholder) een bedrijf aanspreken op MVO-principes, als er geen bindende voorwaarden zijn? Boon: “Dat kan wel degelijk. Het levert toch imagoschade voor zo’n organisatie op als bekend wordt dat ze bijvoorbeeld zakendoen met bedrijven die het niet zo nauw nemen met sommige regels. Daarom is het als bedrijf ook belangrijk om in dialoog te gaan met je belanghebbenden. Door bijvoorbeeld een enquête te houden over bepaalde gevoelige zaken. Zo betrek je ze bij het proces.”
Handvatten
In ISO 26000 staan een aantal handvatten voor geïnteresseerde bedrijven. “Daarin geven we aan hoe je MVO kunt integreren in je organisatie. Selecteer je MVO-kernthema’s en -onderwerpen en doe dat op basis van relevantie, significantie en prioritering. Welke kernthema’s zijn écht belangrijk voor je organisatie of branche? En maak dat kenbaar, wees transparant. Zowel naar je klanten als naar je personeel en de andere stakeholders.”
ISO 26000 in een notendop
De 7 MVO-principes:
• Rekenschap afleggen
• Transparant zijn
• Ethisch gedrag
• Respect voor de belangen van stakeholders
• Respect voor wetgeving
• Respect voor internationale gedragsnormen
• Respect voor mensenrechten
De 7 MVO-kernthema’s:
Organisaties moeten in het kader van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aandacht besteden aan:
• Bestuur van de organisatie
• Mensenrechten
• Arbeidspraktijk
• Milieu
• Eerlijk zakendoen
• Consumentenaangelegenheden
• Betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap
ISO 26000 geeft praktische richtlijnen voor:
• De principes van MVO
• Het herkennen en erkennen van maatschappelijke verantwoordelijkheid
• Het identificeren en betrekken van stakeholders
• De belangrijkste thema’s en onderwerpen van MVO
• Het integreren van MVO in de strategie en dagelijkse bedrijfvoering
• Het vergroten van geloofwaardigheid van MVO-claims en communicatie over MVO
NEN
Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) vertegenwoordigt Nederland binnen Organization for Standardization (ISO). ISO (met een hoofdvestiging in Genève) ontwikkelt officiële, vrijwillige, internationale normen en richtlijnen die bijdragen aan het efficiënter, veiliger en duurzamer maken van processen en producten. Vakexperts, belanghebbenden en ervaringsdeskundigen stellen de concepten op waarna ze in stemmings- en commentaarronden uiteindelijk tot norm worden verheven. De normen zelf worden om de drie tot vijf jaar tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast aan nieuwe inzichten en de actualiteit
Meer informatie: www.nen.nl/iso26000
CSU en ISO 26000
“We zijn al vanaf 2008 bezig met het implementeren van de ISO 26000-norm in ons bedrijfsproces”, vertelt Erwin Vos, marketing manager van CSU, die wij vroegen naar de ervaringen tot nu toe. “Daarmee waren we naar mijn weten het eerste bedrijf in Nederland. Al waren we ook daarvoor natuurlijk al met MVO bezig.” Om optimaal van de ISO-richtlijnen te profiteren, adviseert CSU om ze te filteren. “Kijk naar wat voor jouw bedrijf het belangrijkste is. Schoonmaakwerk is mensenwerk, in alle facetten. Dus wij hebben vooral gekeken naar de kernthema’s (zie kader, red) Mensenrechten en met name Arbeidsomstandigheden. De normen zijn natuurlijk heel erg algemeen opgesteld, zodat ze voor ieder bedrijf toepasbaar zijn.”
CSU publiceerde een MVO-jaarverslag. “En daarnaast zijn we bezig met een bewustwordingscampagne. Zowel voor onze klanten als voor onze medewerkers. Dan kun je denken aan dagschoonmaak. Dat kan voor de klant voordelig zijn, maar natuurlijk ook voor onze mensen. Die hoeven dan niet ‘s avonds te werken.” Om de eigen mensen op MVO te wijzen, doet CSU verschillende dingen. “In het personeelsblad besteden we bijvoorbeeld veel aandacht aan MVO. En wat blijkt uit lezersonderzoek? Het zijn de best-gelezen pagina’s! Het leeft dus. Ook sturen we onze medewerkers met grote regelmaat kleine cadeautjes op. Dat doen we bewust op het huisadres, om ook de familieleden erbij te betrekken. We proberen het grote klein te maken. Het gaat om het gedrag. Zo hebben we al eens een douchecoach – een zandloper waarmee je de tijd dat je doucht kunt meten – en een koelkastthermometer gestuurd.”
“De hoop is dat wij als tien Championship-deelnemers als vliegwiel fungeren voor andere bedrijven, zodat zij ook met MVO bezig gaan. En wij hopen als CSU oprecht dat meer organisaties in de schoonmaakindustrie ons voorbeeld zullen gaan volgen.”
De tien deelnemers aan het MVO Championship Programma
1 Nijhuis Pompen, Winterswijk