Schoonmaak alleen is misschien niet meer voldoende om in de toekomst als MKB schoonmaakbedrijf te groeien. Een bredere inzet van schoonmaakbedrijven is mogelijk. Denk aan het leveren van receptiediensten, beveiliging, technisch gebouwonderhoud, huismeesterdiensten en groenbeheer. In hoeverre zijn de kleine en middelgrote bedrijven hiermee al mee bezig? Clean Totaal vraagt het aan een aantal bedrijven dat hier al eerder de revue heeft gepasseerd als goed presterende ondernemingen en aan schoonmaakbedrijven die positief in het nieuws zijn gekomen.
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal
“Hoofdtaak nog steeds schoonmaak”
Stefan Faaij van G. van Alem Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten uit Groenekan ziet een tendens. “Het merendeel van ons werk bestaat nog uit traditionele schoonmaakdiensten, maar vanuit zowel bestaande klanten als nieuwe klanten komt wel steeds vaker een vraag om aanvullende dienstverlening. Het gaat dan met name om een schoonmaker die technische gebreken in het gebouw signaleert en de kleinere daarvan zelf oplost. Denk dan aan simpele zaken zoals het herstellen van een scharnier of het verwisselen van een lamp. We noemen dat schoonmaker plus en doen dat nu voor een zevental klanten. De hoofdtaak is nog steeds schoonmaak waarbij 15-20% van de werkzaamheden aanvullende dienstverlening is. Bij één klant is er sprake van een diepgaandere samenwerking, waarbij wij de facilitaire dienst ondersteunen, bijvoorbeeld ook met het inrichten van ruimtes voor vergaderingen en bijeenkomsten. Daar maken de aanvullende diensten ongeveer 40% van de taak uit. In alle gevallen gaat het om schoonmakers die de hele dag aanwezig zijn. Daarnaast wordt er ook steeds meer om andere zaken gevraagd zoals catering- of hoveniersdiensten. Die expertises hebben we zelf niet in huis maar zijn hiervoor samenwerkingsverbanden aangegaan met hierin gespecialiseerde bedrijven. Zelf die expertise in huis halen vraagt om deskundig personeel aantrekken of bijvoorbeeld door overnames van bedrijven. Daar zijn we nu nog niet aan toe.”
“Aandeel schoonmaak fors gedaald”
Erwin Wigbold, Visschedijk Facilitair uit Hengelo. “Bij ons kun je niet spreken over aanvullende dienstverlening. Dat geeft namelijk aan dat je schoonmaker bent en er een paar dingen bij doet. Dat is bij ons niet het geval. We zijn naast schoonmaakbedrijf ook beveiliger/receptiedienstverlener, cateraar en hovenier en hebben daarvoor afzonderlijke bedrijfsonderdelen. Alle onderdelen zijn binnen ons bedrijf even belangrijk. Er staat ook niet voor niets facilitair in onze bedrijfsnaam, want wij zijn een volwaardige facilitaire dienstverlener. We zijn weliswaar uit de schoonmaak afkomstig, maar het aandeel daarvan is binnen ons bedrijf fors gedaald ten gunste van de eerder genoemde dienstverlening. Wij zijn dus facilitair dienstverlener die ook schoonmaak levert. Er zit zeker groei in de facilitaire markt. De laatste tijd zien we steeds vaker dat klanten het volledige facilitaire pakket bij ons onderbrengen. Ik heb het dan over bestaande klanten die dat geleidelijk aan in stappen doen, maar ook over bestaande en nieuwe klanten die meteen een volledig totaal pakket afnemen. Het bewijst dat we in deze markt een goede positie hebben verworven.”
Aanvullende diensten minder dan 10% omzet”
Kees Aalbers van Schoonmaakbedrijf Aalbers uit Bemmel. “Ik sta op het standpunt ‘schoenmaker hou je bij je leest’, maar dat wil niet zeggen dat we geen aanvullende diensten leveren. Het aandeel daarvan is echter veel minder dan tien procent van de werkzaamheden/omzet. Wat we bijvoorbeeld doen is groenonderhoud aanbieden, maar daarvoor werken we samen met een hovenier uit de regio. Daarnaast doen we klein technisch onderhoud en reparaties. Soms maak je per ongeluk een wastafel stuk en dan vervangen we die zelf. Voor dit soort huismeesterdiensten hebben we twee medewerkers in dienst. We doen ook ons eigen onderhoud aan het wagenpark. Wij merken niet dat de vraag bij ons stijgt. Je ziet wel dat grote bedrijven steeds meer diensten aanbieden, en daarvoor zelfs aparte bedrijfsonderdelen in het leven roepen. Dat is voor een kleiner bedrijf onhaalbaar. Wel interessant is de gebouwen monitor die de TU-e en OSB ontwikkelen. Wij werken daaraan mee. Het gaat hierbij om een elektronische methode om gebreken te signaleren en aan de facilitaire dienst door te geven. Voor ons is dat een prima mogelijkheid om extra service te bieden.”
“Focus op specialistisch technisch onderhoud”
Gitta van der Veldt-Raggers van Schoonmaakbedrijf Raggers uit Uithoorn twijfelt of zaken zoals huismeesterdiensten of technisch onderhoud in haar bedrijf belangrijker zijn geworden. “Eerlijk gezegd doen we dat al heel lang voor een groep klanten, maar hebben we ons daarmee de laatste jaren niet geprofileerd. De reden daarvoor is simpel. We hebben ons gericht op specialistisch technisch onderhoud. Zo reinigen we in Schiphol het complete bagage-afhandelingssysteem. We doen dat in samenwerking met de installateurs daarvan, de Van der Lande Groep en Babcok. Ook reinigen we alle roltrappen, hellingbanen en liften waarbij we samen werken met fabrikant Kohne. Het schoonmaken van dit soort technische installaties vraagt de nodige kennis van zaken en een project samen aanpakken met de leverancier zorgt voor het beste en snelste resultaat. Overigens betekent onze focus op technische schoonmaak niet dat we geen reguliere schoonmaak meer doen. Dat vormt nog steeds de meerderheid van ons werk, maar vaak dan ook al gecombineerd met aanvullende diensten.”
“Uitsluitend schoonmaak”
Maroes Meus van de Gascogne Groep uit Eindhoven. “Die discussie speelt bij ons op het moment nog niet. Wij beperken ons uitsluitend tot de schoonmaak en doen dus geen aanvullende diensten” (eerder heeft u in Clean Totaal kunnen lezen op welke bijzondere manier dit bedrijf invulling geeft aan de schoonmaak in relatie met maatschappelijk ondernemen).
“Van aanbodgericht naar vraaggericht werken”
Wolter Ram van Nivo Noord uit Leeuwarden: “De reguliere schoonmaakwerkzaamheden worden steeds vaker gecombineerd met catering, groenvoorziening, afvalmanagement en calamiteitenreiniging. Maar niet alleen worden er totaalconcepten gevraagd, ook een verdere specialisatie is vereist om aan de vraag van klanten te voldoen. Dat vraagt veel van onze medewerkers die we opleiden middels onze eigen Academie, die onlangs bekroond werd met de Best Practise Award van de Code Commissie. Van aanbodgericht naar vraaggericht werken zorgt er voor dat steeds meer klanten ons trouw blijven, dat onze winstmarges toekomstbestendig zijn en dat wij kunnen blijven innoveren en verduurzamen.
Conclusie
In het algemeen kan worden gesteld dat de activiteiten naast schoonmaak belangrijker worden. Daarbij zijn twee voorbehouden te maken. Allereerst blijft schoonmaak nog steeds voor de meeste bedrijven de hoofdtaak en neemt aanvullende dienstverlening in de totale werkzaamheden en omzet een nog bescheiden plaats in. Ten tweede is ook de bedrijfsgrootte bepalend. Kleine bedrijven richten zich op schoonmaak met al dan niet enige aanvullende diensten die vaak door derden worden uitgevoerd. Grotere bedrijven lijken meer in te zetten op aparte bedrijfsonderdelen voor deze diensten met gespecialiseerde medewerkers in dienst.