In een voorgaand artikel hebben we gekeken hoe schoonmaakleveranciers tegen het verschijnsel lease aankijken en wat zij op dat terrein doen. Het beeld dat daaruit ontstond was positief. Bijna iedere leverancier biedt leasemogelijkheden en het aantal contracten zou snel toenemen. De beurt is nu aan de schoonmaakbedrijven zelf om hun mening te ventileren. Zeggen zij hetzelfde? Of maakt onbekend nog immer onbemind?
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal
We namen contact op met een aantal willekeurige kleine en middelgrote schoonmaakbedrijven. Aan allen de vraag welke meerwaarde ze zien in het leasen van schoonmaakapparatuur en of ze gebruik maken van leaseconstructies. Ons belrondje in deze segmenten van de markt is uiteraard niet representatief, dat weten wij ook drommels goed, maar het geeft toch een indruk hoe tegen het onderwerp aangekeken wordt. Van de top 10 hebben we gebeld met Asito, CSU en ISS.
Kleine bedrijven
Van den Broek Schoonmaakservices
Leon van den Broek van B.S.S (van den Broek Schoonmaakservices, 8 mensen in dienst) uit Den Bosch is heel kort en krachtig. “Ik lease niets. Van huis uit heb ik meegekregen dat wat je koopt, je ook hebt en dat je daarmee je geld moet verdienen. Dat heb ik in mijn bedrijf dus altijd volgehouden en ik zie geen reden om dit nu los te laten. Het is misschien wat ouderwets, maar je weet bij een investering waaraan je toe bent. Leasen is toch meer risico.”
Bakermans Specialistische Reinigingsdiensten
Mieke Vermulst van Bakermans Specialistische Reinigingsdiensten B.V uit Eindhoven (14 glazenwassers) vertelt dat het volledige wagenpark geleased wordt, maar dat dit voor schoonmaakapparatuur niet aan de orde is. “Wij doen hoofdzakelijk glasbewassing en hebben daarvoor geen geleasede apparaten nodig.”
Op de vraag of er dan bijvoorbeeld geen behoefte is aan het leasen van bijvoorbeeld aanhangers met demiwaterbereiding en hogedrukreiniging, zegt zij: “Geen idee, maar ik denk niet dat het voor ons interessant is.”
Middelgroot
Schoonmaakbedrijf Venema
Ineke Venema van Schoonmaakbedrijf Venema uit Hoogeveen (35 medewerkers) is duidelijk: “Wij leasen niet en hebben bijna alle apparatuur die wij gebruiken in eigendom. In voorkomende en zeldzame gevallen huren wij wel apparatuur voor een project. Ik geloof ook niet dat wij binnenkort zullen gaan leasen. Wij zijn een relatief klein bedrijf. Over leasen is tot nu toe nooit gesproken. Het zou wel heel toevallig zijn als dat binnenkort wel zou gebeuren.”
Citation Clean Schoonmaakdiensten
In 2008 start mevrouw Aerts-Castro haar eigen schoonmaakbedrijf. Inmiddels bestaat het team uit zo’n dertig medewerkers: “Nee, wij leasen niets en financieren alles uit eigen middelen. Leasen is gewoon te kostbaar op termijn en door zelf te investeren houden wij onze kosten beter in de hand.”
De Blinker Leiden
Schoonmaakbedrijf “De Blinker” is een zelfstandig opererend familiebedrijf in Zuid-Holland. Het bedrijf is actief sinds 1975 en heeft nu zo’n twintig medewerkers. De directie wordt gevormd door Paul en Agnes Vermond: “Wij leasen niet, maar lenen af en toe wel eens voor een paar dagen apparatuur van onze leverancier. Dat wij niet leasen komt vooral door ons gespecialiseerde werk. Wij hebben een 24 uurs-dienst en daardoor veel ad hoc-opdrachten waarvoor wij vrijwel direct aan de slag moeten. Denk bijvoorbeeld aan waterschade door een brandje of door een lekkende riolering. Daarvoor moet je denk ik apparatuur in eigen beheer hebben, vooral omdat sommige van die apparaten door ons verbouwd zijn om ons werk mogelijk te maken.”
Luna Schoonmaakservice
Arnoud Surandi is samen met zijn vrouw Anita directeur van Luna Schoonmaakservice in Den Haag. Het bedrijf is in 2000 gestart en heeft nu zo’n 30 medewerkers. “Wij doen op het moment helemaal niets met leasen. Dat heeft een aantal oorzaken. Het is allereerst in de branche een vrij recent fenomeen en het heeft bij ons nog niet echt onze aandacht getrokken. Het heeft vervolgens te maken met de grootte van ons bedrijf. Ik kan mij voorstellen dat bij verdere groei leasen van schoonmaak- en randapparatuur een interessante optie kan worden.”
Groot
CSU
Erwin Vos, manager Marketing & Communicatie bij CSU heeft het even nagevraagd bij de inkoop: “Op het moment leasen wij niet. De reden daarvoor is vrij simpel. Koop is voor ons voordeliger. Het is trouwens geen principekwestie dat wij niet leasen. Of lease interessant is heeft te maken met de ratio tussen investering en contractduur. Zo zaten wij bijvoorbeeld in de race voor een groot distributiecentrum waarvoor een investering nodig zou zijn van ongeveer €250.000,- en een opdrachtduur van een jaar. In zo’n geval wordt lease een stuk aantrekkelijker. Wij hebben echter veelal langlopende contracten en komt een contract tot een einde dan kunnen we de machines zonder problemen inzetten op andere objecten.”
Asito
Koos Stijkel is manager Inkoop en geeft aan dat er in uitzonderlijke gevallen geleased kan worden. “Onze leaseportefeuille is minder dan 5% van alle aangeschafte apparatuur. Het gaat dan in alle gevallen om specialistische apparatuur die kostbaar en moeilijk herplaatsbaar is na het einde van een contract. Denk bijvoorbeeld aan specialistische veegmachines en schrobzuigers of hoogwerkers. Een gewone schrobzuiger is bijvoorbeeld heel goed van een beëindigd project naar het nieuw project mee te nemen. Dat geldt niet voor een machine die je speciaal hebt aangeschaft voor een opdracht en die aan specificaties voldoet die alleen bij die opdracht van toepassing zijn. Of wij kiezen voor financial- of operational lease is afhankelijk van het aanbod dat de leasemaatschappij of leverancier doet. Binnen Asito blijft lease denk ik de komende jaren nog van minimaal belang. Ik voorzie in ieder geval geen groei.”
ISS
“We hebben jarenlang in dubio gezeten of we nu zouden leasen of kopen”, vertelt Michiel Kniest, Projectmanager Corporate Development bij ISS Facility Services. “Twee jaar geleden hebben we gekozen voor full operational lease. Dat doen we voor grote machines zoals de schrobzuigmachines, veegmachines en stofzuigmachines. Zo’n tachtig procent van onze grote apparatuur wordt tegenwoordig geleased. Wat de doorslag heeft gegeven om daarop over te stappen is niet eens zo zeer het kostenaspect, maar vooral de betrouwbaarheid en het fleetmanagementsysteem dat onze preferred suppliers Diversey/SealedAir, Kärcher en Tennant aanbieden. We probeerden eerst zelf zo’n systeem op te tuigen, maar in de praktijk zijn we zo wel eens machines kwijtgeraakt. Het grote voordeel is de enorme flexibiliteit die we met lease en goed fleetmanagement krijgen. Het is belangrijk dat we met lease altijd de juiste machine voor de juiste taak op de goede plek inzetten. Onze machines worden tegen vaste kosten voorgefinancierd en onderhouden, waardoor wij er verder geen omkijken naar hebben. Als er storingen zijn of reparaties uitgevoerd moeten worden, dan wordt dit binnen een vooraf gestelde termijn van 24 uur gedaan. Lukt het niet om de machine binnen de gestelde termijn weer in te zetten, dan wordt er kosteloos een vervangende machine beschikbaar gesteld. Belangrijk is wat er gebeurt als je onverhoopt een contract kwijtraakt. In dat geval nemen onze leveranciers de machine terug, kijken ze na en slaan ze voor ons op. Op het moment dat er een nieuwe opdracht of uitbreiding van een contract van een object verwerven, worden de machines uit deze machinepool geleverd. Machines die op deze manier worden her-ingezet zijn technische nagekeken en 100% in orde.”
Conclusie
Het beeld dat je krijgt over het leasen van schoonmaakapparatuur bij eindgebruikers is minder positief dan we uit op basis van de informatie van leveranciers hadden verwacht. Bij kleine bedrijven en middelgrote bedrijven waar wij contact hebben gehad speelt lease geen rol, met name vanwege aanwezig eigen vermogen, vermeend kostenaspect en/of de bedrijfsspecialisatie. Maar onbekend zal hier ook onbemind maken.
Bij de gebelde grote bedrijven CSU en Asito lijkt leasen een beperkt interessante optie. Uitzondering is ISS die juist een keuze heeft gemaakt voor in hoofdzaak leasen van schoonmaakmachines. Dat zal ook te maken hebben met de beursgenoteerde aard en financiering van de organisatie. Conclusie die we in ieder geval mogen trekken is dat er nog veel missionair werk te verrichten valt voor leveranciers en financiers.