Schouwburg Almere en De Kunstlinie worden voortaan schoongemaakt en onderhouden door Victoria Schoonmaak, voor de prijs van euro 1,-. Hoezo discussie over tarieven? Niets mooier toch dan subsidiëring van Cultuur door het bedrijfsleven??!
Door: John Tabbers (johntabbers@upcmail.nl), onafhankelijk aanbestedingsadviseur.
Het heeft Victoria heel wat moeite gekost om deze positie te bevechten en uitverkoren te worden uit een totaal aantal van 17 inschrijvingen. 16 Schoonmaakbedrijven waren minder gul en/of hadden een minder goed implementatieplan. Immers, Victoria heeft gewonnen op basis van het gunningscriterium EMVI. Goed om te zien hoe adviseurs als ATIR hun aktiviteiten verruimen richting ‘subsidiewerving’. Dat belooft nog wat de komende jaren.
Bovenstaande informatie ontleen ik aan het gunningsbericht dat op 13 januari 2012 gepubliceerd is op Aanbestedingskalender.nl. Mijn interpretatie is natuurlijk onzin maar het illustreert tevens welke onzin er in gunningsberichten gepubliceerd wordt.
Zou het ook anders kunnen, op een wijze die zou kunnen bijdragen aan diverse discussies binnen de branche? Ja en wel op basis van de volgende overwegingen en uitwerkingen:
Aanbestedingsprojekten zijn onderling moeilijk te vergelijken. Inschrijvingen op eenzelfde aanbestedingsprojekt zijn echter wél goed te vergelijken, immers allen schrijven in op dezelfde percelen en objecten, op dezelfde m2’s vloer- en/of glasoppervlak, dezelfde schoonmaakfrekwenties en dezelfde gebruiksomstandig-heden.
Ongeacht of het nu gaat om gunning op basis van laagste prijs of om gunning op basis van EMVI, de totaalwaarde van de inschrijving biedt een houvast voor vergelijking tussen de anonieme (minus 1!) inschrijvers: door de hoogste, de laagste en de gunningsinschrijfprijs te publiceren wordt inzicht gegeven of er knalhard voor de laagste prijs gegaan is of dat er sprake is van een zodanige invloed en/of uitwerking van de kwalitatieve wegingsfactoren dat de gunningsprijs duidelijker hoger ligt dan de laagste prijs.
Nog mooier zou het zijn wanneer m2’s en schoonmaakfrekwentie gecombineerd zouden worden tot ‘schoon te maken m2’s per jaar’. Op dezelfde wijze als hierboven aangegeven kan dan weer –al dan niet per perceel- de bandbreedte van inschrijfprijzen en de gunningsprijs gepubliceerd worden. Echter, nu wordt het voorzichtig aan mogelijk om vergelijkingen te gaan maken over verschillende schoonmaakprojekten heen, te beginnen bij projekten van eenzelfde categorie zoals Scholen-basisonderwijs, Hogescholen, Universiteiten, Gemeentehuizen etc.
Publicatie van deze informatie is uit oogpunt van aanbestedingswetgeving niet verplicht. Slechts bij gunning op basis van Laagste prijs hebben alleen de inschrijvers recht op informatie over de inschrijvingswaarden terwijl deze inschrijfwaarden niet gepubliceerd behoeven te worden. Bij gunning op basis van EMVI hebben zelfs inschrijvers geen recht op informatie over de prijscomponent.
Dit laat echter onverlet dat aanbesteders wél het recht hebben en níet tegengehouden kunnen worden om de door mij benoemde informatie geanonimiseerd te publiceren.
En hier ligt naar mijn opvatting een belangrijke rol voor de Adviseurs: indien adviseurs deze gedachte promoten en hierbij de nodige bestekspassages gaan ontwikkelen zodat inschrijvers van te voren weten dat er op enig moment een geanonimiseerde publicatie zal volgen, dan zullen gaandeweg aanbesteders hierin meegaan.
Uiteindelijk zal dit resulteren in een soort monitoring van ‘prijsvorming in de markt’, objectiverend, feitelijk en zonder een omhooggestoken vingertje.
Analoog aan het willen uitvoeren van de Code zal ook deze aktiviteit gebaseerd zijn op vrijwilligheid. Ik ben er evenwel van overtuigd dat het geanonimiseerde feitenmateriaal en de analyses die hierop gebaseerd zullen kunnen worden, méér zullen bijdragen aan het gezond maken van de branche dan emotionele discussies over-en-weer.
Wie neemt de handschoen op??