Eerder deze week richtte OSB een brief aan de onderhandelaars van de kabinetsformatie, donderdag reageert SIEV. In het wensenlijstje van OSB ontbreekt volgens SIEV namelijk het pensioen: “Schoonmaken is zeker aan te merken als zwaar werk. Weinigen die op jonge leeftijd begonnen zijn, halen het pensioen in deze functie.”
SIEV wil een krachtig geluid laten horen over de zwaarte in beroepen in de schoonmaak: “Waarom slaat men in het traditionele rijtje de schoonmaakster, glazenwasser of gevelreiniger over, zo vragen wij ons af.” De brancheorganisatie is voorstander om de schoonmaakbranche aan te merken als zwaar werk met hoge fysieke belasting en de kans op een vroegtijdige uitval.
‘Fysiek op’
In een nieuwsbericht op de website van SIEV valt het volgende te lezen: “Waar mensen ver voor of na kantoortijd het pand schoonmaken, in weer en wind ramen wassen of gevels reinigen, in het weekend hotelkamers schoonmaken. Ook deze mensen zijn toe aan een eerdere mogelijkheid tot pensionering. Ook deze mensen zijn fysiek na hun 55ste op. En we kunnen deze mensen niet simpelweg omscholen of door laten stromen naar een andersoortige baan. Er zijn daarvoor teveel mensen die hiervoor in aanmerking gaan komen. En om deze mensen te laten doorstromen zou dat jongere mensen hun baan moeten gaan kosten.”
Niet afschepen
De branchevereniging pleit ervoor om voor de schoonmakers de mogelijkheid te scheppen om op een normale wijze het pensioen te halen. “En niet via de achterdeur, genaamd WIA, afgescheept te worden. Deze mensen hebben hun hele leven gewerkt en hebben ook recht op deze aanpassing van de pensioenleeftijd.” SIEV doelt hiermee onder andere op de ‘verloren generatie’. Deze generatie, geboren tussen 1961 en 1981, wordt geconfronteerd met de verhoging van de pensioenleeftijd zodat dat deze generatie hiervoor nog reparatiemogelijkheden heeft.
SIEV besluit: “Vandaar dit moreel appel voor alle betrokken partijen om de schoonmaakbranche mee te nemen in deze besluitvorming en pensioenen onderdeel te maken van het wensenlijstje.”