Brancheorganisatie OSB kan zich vinden in de visie van FNV dat het bedrijf Helpling in de praktijk functioneert als schoonmaakbedrijf. FNV startte onlangs een rechtszaak tegen het platform dat vraag en aanbod voor schoonmaakwerkzaamheden samenbrengt. Volgens de vakbond is er sprake van een gezagsverhouding tussen Helpling en de schoonmakers waardoor dit bedrijf zich aan het arbeidsrecht en de schoonmaak cao moet houden.
Helpling stelt dat de afspraken niet gelden voor de schoonmakers die via de onderneming aan het werk gaan. De onderneming profileert zich als een platform dat vraag en aanbod bij elkaar brengt (‘een digitaal prikbord’), zonder bemoeienis met de afspraken over beloning en andere zaken.
Oneerlijke concurrentie
FNV spreekt van oneerlijke concurrentie naar andere schoonmaakbedrijven en wraakt het verdienmodel van Helpling. Het platform incasseert 23% van het uurtarief voordat zij de verdiensten naar de schoonmaker overmaakt. Wanneer schoonmaker en klant buiten Helpling om dergelijke afspraken maken, moet de schoonmaker een boete van vijfhonderd euro betalen.
Schadelijk voor aanzien sector
OSB vindt net als FNV dat dit in de praktijk leidt tot ongewenste situaties, zo valt te lezen op haar website. “Voor betrokkenen is op termijn geen sprake van verantwoorde arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Dit is niet goed voor de betrokken schoonmakers en niet voor de schoonmaakbedrijven; dergelijke constructies schaden het aanzien van de sector.”