Op 8 november 2018 hield de NVZ, de brancheorganisatie van fabrikanten en importeurs van was- en reinigingsmiddelen, een jubileumbijeenkomst ter ere van haar 70-jarige bestaan. Plaats van handeling was het Van der Valk hotel in Utrecht. Een kleine 100 aanwezigen, leden en overige geïnteresseerden, gingen er rond de klok van 3 maar eens goed voor zitten. Filosoof Bas Haring is per slot van rekening altijd ‘entertaining’ en een update over nut en noodzaak van brancheverenigingen in z’n algemeenheid en de NVZ in het bijzonder is ook nooit verloren tijd. Let’s go!
Door Koos van der Lei, redactielid Clean Totaal
Filosoof, informaticus en (kinderboeken)schrijver Prof. Dr. Bas Haring was uiteraard het uithangbord van deze bijeenkomst. Haring is bij machte om zelfs van iets ‘knulligs’ (zijn eigen woordkeuze) als zeep iets verhevens te maken. Met leuke anekdotes zoals waarom een soapserie een soapserie genoemd wordt (ze werden in de jaren 30 en 40 gesponsord door zeepfabrikanten) en de vraag waar de inmiddels kapotgeschoten Syrische stad Aleppo om bekend staat (Aleppozeep, moeder aller zepen, wordt al meer dan 4000 jaar gemaakt). Wist u het? Troost u, de meerderheid in de zaal ook niet.
In zijn filosofische bespiegelingen rondom het thema zeep deed Haring een oproep om met een rationele blik naar veranderingen te kijken en “curieuze emotie” overboord te zetten. “Onnatuurlijke middelen zijn niet altijd slecht en natuurlijke middelen niet per definitie goed.”
Wat betreft het belang van brancheverenigingen wilde de filosoof ook wel een duit in het zakje doen. Hij heeft er zelf niets mee maar, zo stelt hij, het is altijd fijn om een vage club te hebben die als collectief geluid krachtig naar voren treedt en er voor zorgt dat individuele bedrijven uit de wind blijven als er brancheaverij wordt opgelopen. Een frisse zienswijze.
Vereniging 3.0
Aan Leendert-Jan Visser, directeur verenigingszaken MKB-Nederland, de schone taak de toehoorders iets te vertellen over de rol en toekomst van brancheverenigingen. Visser stelde dat in het huidige politieke landschap vol akkoorden het bedrijfsleven actief uitgenodigd wordt om oplossingen aan te dragen voor maatschappelijke vraagstukken. Als goed voorbeeld hiervan noemde hij de klimaatdiscussie middels de diverse sectortafels. Goed functionerende branche- en belangenverenigingen vormen derhalve uitgelezen gespreks- en kennispartners voor de moderne overheid. Voor de NVZ ziet Visser best wel een rol weggelegd in het Nationale Preventieakkoord wat tot doel heeft mensen in Nederland gezonder te maken. Gezondheid en hygiëne zijn immers thema’s die elkaar raken.
Visser toonde daarnaast een interessant overzicht (zie schema onder) waarin drie types (type 1, 2 en 3) brancheverenigingen, elk met specifieke kenmerken, worden gekarakteriseerd. Dit ter onderbouwing van het feit dat elke branchevereniging die maatschappelijk momentum wil creëren zal moeten evolueren naar de status van een type 3 vereniging. De vraag waar NVZ zichzelf nu positioneert kwam spijtig genoeg niet afdoende ter tafel. Wellicht dat dit binnenskamers reeds heeft plaatsgevonden of nog gaat plaatsvinden.
NVZ doorgelicht
Als laatste kwam Kees Le Blansch, directeur van onderzoeksbureau KLB aan het woord. Hij presenteerde de resultaten van een onderzoek hoe NVZ naar zichzelf kijkt en hoe externe partijen tegen NVZ en haar thema’s aankijken. Het blijkt dat de NVZ-leden grosso modo erg tevreden zijn over de wijze waarop de vereniging haar klassieke taken (wet- en regelgeving, belangenbehartiging red.) uitvoert. Daarbij gezegd hebbende dat niet iedereen hetzelfde gewicht hangt aan de NVZ-waarden schoon, hygiënisch en duurzaam.
Die waarden schoon, hygiënisch, zijn tevens belangrijke issues voor externe partijen waar NVZ, als gespreks- en kennispartner, een waardevolle rol voor kan vervullen. Denk aan bijvoorbeeld horeca, ziekenhuizen, instellingen, scholen, kinderdagverblijven, overheid en uiteraard de professionele schoonmaakbranche.
Met de bekendheid van NVZ in de schoonmaaksector zit het wel snor maar daarbuiten is, om het zacht uit te drukken, nog wel enig missiewerk te verrichten. Zo stelde onderzoeker Le Blansch dat van de in totaal 112 schriftelijk geënquêteerde externe organisaties een derde de NVZ niet kent en een derde deze slechts van naam kent. Van de externe organisaties waar Le Blansch een face-to-face interview mee heeft gehouden was zelfs 50% niet bekend met NVZ en haar werk. Dat zijn getallen die niet tot tevredenheid kunnen stemmen. Jubilerend NVZ moet meer aan de weg timmeren.