‘Driekwart van de schoonmakers vindt het leuk om in de schoonmaak te werken en is tevreden met hun werk’, aldus OSB begin december. Samen met collega-brancheorganisatie SIEV werden de 125.000 schoonmakers gevraagd naar essentiële zaken over hun werk. Inmiddels staan de volledige resultaten van de enquête, die door 3.900 schoonmakers is ingevuld, online. Onze belangrijkste conclusie? De arbeidsmarktkrapte is in de basis nog lang niet voorbij door vergrijzing in schoonmaakland.
Meerderheid schoonmakers werkt op één object
Of drie à vier procent van de doelgroep representatief kan zijn voor de gehele branche, dat moet u voor uzelf bepalen. Feit is dat het aantal respondenten ten opzichte van de vorige enquête is verdubbeld. Van de groep ondervraagden in 2018 heeft 79 procent de functie schoonmaker en 10 procent de functie van voorman/vrouw. De overige respondenten zijn te kwalificeren als specialist, objectleider of rayonleider. De meeste respondenten werken in de kantorenschoonmaak (39 procent), gevolgd door scholen (17 procent) en vakantieparken of campings (13 procent). Het is opvallend te noemen dat slechts 1% van de ondervraagden actief is in de glasbewassing. Maar liefst driekwart van de schoonmakers heeft een contract voor onbepaalde tijd en meer dan de helft van het totaal aantal deelnemende schoonmakers werkt op één object. Bijna 20 procent werkt op twee objecten, bijna tien procent werkt op drie objecten en 18 procent van de schoonmakers werkt op vier objecten of meer.
Schoonmakers werken relatief weinig uren
Uit de enquête blijkt dat veel schoonmakers relatief weinig uren werken. Zo werkt maar liefst 72 procent van de schoonmakers 28 uur per week of minder. Overigens geeft bijna de helft van de respondenten (47 procent) aan niet meer uur te willen werken, tegenover 40 procent die dat wel zou willen. Het overgrote deel van deze groep (46 procent) zou 0 tot 5 uur extra willen werken. Voorts geeft 58 procent aan deze meer-uren niet bij een andere werkgever te willen uitvoeren. Een vijfde zou voor deze meer-uren wel bij een andere werkgever terecht willen. De resterende 20 procent weet het niet. Op de vraag of schoonmakers andere werkzaamheden willen verrichten als catering of groenvoorziening wordt wisselend gereageerd. Een derde van de respondenten (35 procent) heeft hier positief op gereageerd tegenover 44 procent die dit niet wilt. Een vijfde geeft aan geen antwoord te weten op deze vraag.
Arbeidsmarktkrapte niet zomaar voorbij, de reden: vergrijzing
Als de enquête representatief is, wordt pijnlijk duidelijk hoe de krapte van de arbeidsmarkt ook de komende jaren een rol zal spelen in de vorm van vergrijzing. Maar liefst 72% van de ondervraagden is de leeftijd van veertig jaar gepasseerd. Bovendien is de grootste leeftijdscategorie de groep van 50 – 59 jaar. Bijna een derde (32 procent) van de respondenten heeft deze leeftijd. Voorts denkt 38 procent dat het werk in de schoonmaak is vol te houden tot aan het pensioen tegenover 28 procent die dat niet denkt. Overigens weet 34% van de ondervraagden geen mening te vormen. De cijfers tonen in ieder geval aan dat het belangrijk is voor werkgevers om na te denken over mogelijkheden en methodes waarmee hun personeel het pensioen haalt zonder uitval.
Opleidingen vinden gretig aftrek
De basisvakopleiding vindt gretig aftrek, zo blijkt uit de cijfers. Maar liefst tachtig procent van de ondervraagden heeft het papiertje op zak. Bijna de helt (47 procent) geeft tevens aan meer opleidingen te willen volgen. Of dit opleidingen binnen de schoonmaak zijn, is niet bekend. Overigens is men niet bereid om salaris in te leveren voor meer vrije tijd of het volgen van een opleiding. Precies driekwart van de ondervraagden staan hier negatief tegenover. Tevens vindt driekwart van het personeel dat de werkgever voldoende informatie verschaft om het werk goed uit te voeren.
Schieten leidinggevenden tekort?
In de enquête is ook gevraagd naar de relatie tussen de schoonmaker en de leidinggevende. Een schrikbarend hoog aantal van 24% geeft aan nooit overleg te hebben met een leidinggevende over het werk. Overigens heeft 58% van de driekwart die wel overleg hebben, minstens ééns per vier maanden overleg. Dezelfde hoeveelheid mensen is tevreden over de manier waarop de leidinggevende aanstuurt, 26 procent is dat soms en 16 procent is ontevreden over de aansturing.
Schoonmaak cao vrij onbekend
Tot slot de laatste opvallende resultaten uit de enquête, zoals de bekendheid van de schoonmaak cao. Wat blijkt? 72% van de respondenten is bekend met de schoonmaak cao, dat wil zeggen dat ruim een kwart van de schoonmakers de eigen cao niet kent. Daarnaast blijkt 85% van de respondenten geen reiskostenvergoeding naast de eindejaarsuitkering te ontvangen terwijl meer dan zes op de tien schoonmakers meer dan vijf kilometer naar het eerste object moeten overbruggen. Een heikel punt, waar tijdens deze cao-onderhandelingen nog genoeg over gesproken zal worden.