In een recent verschenen interview met CHRO bepleit Kees Blokland, voorzitter Stichting Code Verantwoordelijk Marktgedrag, voor een verdergaande inmenging van HR professionals van het inlenende bedrijf intern bij facilitair en inkoop en daarmee indirect op het sociaal beleid van de dienstverlenende schoonmaakbedrijven. Blokland laat weten dat dit naar zijn mening niet alleen moreel juist is, maar het er ook toe bijdraagt dat de schoonmaakbedrijven hierdoor beter werk afleveren. Zoals bekend, was Blokland voorheen jarenlang werkzaam als HR professional bij Hoogovens en NS.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Op de foto: Kees Blokland, voorzitter Code Verantwoordelijk Marktgedrag
Schoonmakers profiteren onvoldoende
Volgens Blokland profiteren de medewerkers van de schoonmaakbedrijven onvoldoende van het in de laatste decennia verbeterde sociaal beleid zoals dit bij de uitbestedende bedrijven doorgevoerd is. De uitbestedende partij voelt zich volgens Blokland minder verantwoordelijk voor het gevoerde sociaal beleid van de schoonmaakbedrijven. De focus ligt nog te vaak op de prijs, hetgeen cowboygedrag bij de aanbieders uitlokt. Blokland: “Hierin zit de crux, want de HR professionals van de uitbestedende bedrijven kunnen namelijk wel degelijk, direct en indirect invloed uitoefenen op het sociaal beleid van de schoonmaakbedrijven!”
Denkt Blokland dat uitbestedende bedrijven bereid zijn meer te betalen voor de schoonmaak als mogelijk gevolg van de inmenging van hun HR professionals? Blokland: “Het belangrijkst vind ik dat er een hogere kwaliteit geleverd zal worden welke behaald wordt door een meer duurzame inzet. Dit betekent voor het schoonmaakbedrijf minder verloop en lager ziekteverzuim, hetgeen op termijn prijs-verlagend werkt. Het draagt bovendien bij aan goed opdrachtgever- en werkgeverschap. Een per saldo betere prijs/kwaliteitverhouding levert naar mijn inzicht voor beide partijen voordeel op.”
Brevet van onvermogen?
De vraag werpt zich op in hoeverre de schoonmaakbedrijven op een dergelijke inmenging op hun sociaal beleid zitten te wachten. Immers ook binnen de schoonmaaksector is er sprake van een sterk verbeterd sociaal beleid, mede als gevolg van een goede cao in samenhang met Keurmerken en de Code. Veel schoonmaakbedrijven beschikken tegenwoordig over een hoogwaardige HR afdeling, die ook betrokken is bij aanbestedingstrajecten. Een inmenging vanuit de opdrachtgever wekt de indruk dat de inkopers en/of facilitair managers van de uitbestedende partij onvoldoende feeling/betrokkenheid hebben met het sociaal beleid zoals deze gevoerd wordt door de aanbiedende schoonmaakbedrijven. In de diverse RFP wordt hieraan daarentegen juist wel de nodige aandacht besteed. Nu lijkt het wel of de inkopers/facility managers een brevet van onvermogen krijgen.
Blokland: “Het is uiteraard niet de bedoeling dat de opdrachtgever volledig op de stoel van de opdrachtnemer gaat zitten. De keurmerken, cao & Code dragen zeker bij aan de duurzaamheid. Je merkt een positieve verschuiving qua focus bij inkopers en facilitair managers. De bemoeienis van HR professionals bij de opdrachtgever zal in eerste instantie moeten gaan naar de eigen afdelingen Inkoop en Facilitair en in tweede instantie naar het schoonmaakbedrijf.“ Volgens Blokland gaan we de goede kant op maar de praktijk leert echter dat de voornaamste focus nog steeds op financiën ligt: ”Dit beoog ik te veranderen door HR te stimuleren meer invloed te nemen op het proces van outsourcing en dit niet uitsluitend aan inkoop en facilitair over te laten.”
Pijlen vooral gericht op niet aangesloten bedrijven
In zijn betoog lijkt het of Blokland zijn pijlen vooral richt op schoonmaakbedrijven die niet aangesloten zijn bij een van de brancheverenigingen. Zonder alle niet bij een branchevereniging aangesloten bedrijven over een kam te scheren stelt Blokland: “Deze bedrijven verzieken de laatste jaren de markt, ze stunten met prijzen en rotzooien met de sociale wetgeving.”
Niet alles pais en vree
Als we de schoonmaakbedrijven die lid zijn van de brancheorganisaties Schoonmakend Nederland en SieV optellen dan resteren nog de nodige niet-aangesloten schoonmaakbedrijven. Maar die opereren vooral in het mamma-pappa segment. Met opdrachtgevers die bewust voor dergelijke bedrijven kiezen, voornamelijk ingegeven door het prijsaspect. Opdrachtgevers die waarschijnlijk niet excelleren qua het door hen gevoerde sociaal beleid. Hier lijkt weinig winst te behalen. Blokland: “Vooropgesteld, het verheugt mij dat schoonmaakbedrijven zich aansluiten bij een van de brancheverenigingen. Echter ook bij aangesloten bedrijven is niet alles pais en vree. Het optimum wordt in mijn ogen behaald bij een echt partnerschap tussen opdrachtgever en het schoonmaakbedrijf. Er valt hier echt nog de nodige winst te behalen. Binnen deze context kunnen HR professionals een serieuze bijdrage leveren aan de optimalisatie.” Blokland refereert aan een uitspraak van Roger van Boxtel (ex-directeur NS): “Er moet minder verschil zijn tussen mensen die voor mij werken en mensen die met mij werken.” De Code voorzitter erkent dat de invloed van HR professionals minder speelt bij kleinere opdrachten, waarbij de opdrachtgever wellicht zelfs geen HR afdeling heeft.
Goede bedoelingen
Blokland bedoelt het goed. Een goed sociaal beleid draagt absoluut bij aan het welzijn van de schoonmakers en de door hen geleverde kwaliteit. En natuurlijk is het altijd mogelijk dat een HR professional van de opdrachtgever eens aanschuift bij een evaluatiegesprek met de schoonmakers en/of medewerking verleent aan een medewerkerstevredenheid onderzoek. Maar verdere inmenging op het sociaal beleid van de schoonmaakbedrijven dient m.i. beperkt te blijven tot beoordeling van de binnen een outsourcing traject gestelde vragen in bijvoorbeeld een RFP en de offerte beoordeling. Wel kan een goed collegiaal overleg tussen HR professionals van opdrachtgever en het schoonmaakbedrijf in bepaalde gevallen van waardevolle betekenis zijn.
Wellicht kunnen de HR professionals van de schoonmaakbedrijven de HR professionals van de opdrachtgever zelfs nog wel wat leren? Wij zijn benieuwd naar de zienswijze van onze lezers.