Wij beloofden onze lezers op de hoogte te houden met betrekking tot de voortgang van de gesprekken tussen werkgevers en werknemers over een mogelijk tussentijdse structurele looncompensatie voor de schoonmakers. Een verhoging die eerder in zou moeten gaan dan 30 juni 2024 de expiratiedatum van de huidige schoonmaak cao. Het verkennend gesprek tussen beide partijen vond plaats op 30 januari 2023.
De meningen over deze verkenningsronde lopen nogal uiteen. Op 23 februari vindt het volgende overleg plaats. Partijen komen dan met voorstellen over een nieuw loongebouw. Maar per wanneer plukt de schoonmaker concreet de vruchten?
In onze eerdere publicaties werd reeds bericht over de mogelijke ophoging van het uurloon binnen de schoonmaak. Een boven-cao verhoging wel te verstaan. Een structurele verhoging zou nodig zijn om de branche qua loonhoogte haar aantrekkelijkheid te laten behouden en de afstand tot het minimum loon te behouden. Ook andere aspecten zoals de inflatie, hogere energiekosten en arbeidsmarktkrapte worden genoemd om een boven-cao afspraak te rechtvaardigen.
FNV Schoonmaak: inzet is 10% verhoging
Renate Bos, bestuurder FNV Schoonmaak, is voorzichtig hoopvol gestemd over het verkennend gesprek met de werkgevers: “De werkgevers zijn bereid tot een structurele aanpassing van het loongebouw binnen de schoonmaak cao. Dat is mooi. Er is begrip bij de werkgevers over het feit dat door de stijging met 10% van het minimumloon de lonen binnen de schoonmaaksector nu achterlopen op de ontwikkelingen. De krater die in 2022 geslagen is zal hersteld moeten worden om de koopkracht van de schoonmakers gezond te houden. Zeker noodzakelijk ook gezien binnen het kader van krapte op de arbeidsmarkt, de werkdruk en de armoedebestrijding.”
“In dit kader zal bijvoorbeeld ook de sector hotelschoonmaak gelijk getrokken moeten worden met de reguliere schoonmaak. Onze insteek is dan ook een stijging met 10% van de cao lonen, gelijk aan de stijging van het minimumloon. Dit lijkt ons alleszins redelijk. Eind februari praten we hierover verder en komen de werkgevers en werknemers allebei met hun voorstel voor een nieuw loongebouw.”
Schoonmakend Nederland: liever structureel dan eenmalige compensatie
De werkgeversorganisatie laat via Fedde Monsma, manager Cao & Arbeidszaken, weten dat een door de AWVN opgestelde koopkrachtvergelijking aan de basis lag van de gesprekken met de bonden. Daaruit blijkt volgens Schoonmakend Nederland dat schoonmakers er netto op vooruit gaan: ”Hoewel we een lopende cao hebben tot en met 30 juni 2024 geven de verhoging van het minimumloon en de onzeker ontwikkeling van de overheidsmaatregelen na 2023 aanleiding voor onze werkgevers om nog dit jaar te kijken naar een toekomstbestendige oplossing.”
Zoals bekend nemen diverse schoonmaakwerkgevers inmiddels het voortouw om op incidentele basis iets extra’s te doen voor hun medewerkers. Dit siert hen. Volgens Monsma stellen werkgevers nu voor om een eerste stap in het loongebouw niet in 2024 maar in 2023 te maken: “Werkgevers kiezen liever bewust voor een structurele oplossing in plaats van een eenmalige compensatie die slechts een beperkt effect heeft.”
Bovendien wil de schoonmaaksector aantrekkelijk zijn en blijven en opnieuw werken aan een onderscheidende positie ten opzichte van de horeca en het supermarktwezen. Daarom wil Schoonmakend Nederland zich samen met de vakbonden buigen over het ontwerp van een nieuw loongebouw, hierin bijgestaan door AVWN en deskundigen vanuit de vakbonden. De ambitie van de werkgeversorganisatie is voor de zomer 2023 tot een ontwerp te komen: ”Over een datum voor invoering van een eerste stap zal het bestuur van Schoonmakend Nederland zich nog moeten uitspreken.”
CNV Vakmensen: teleurgesteld
Jan Kampherbeek, bestuurder CNV Vakmensen, toont zich teleurgesteld: ”Ik had eerlijk gezegd meer boter bij de vis verwacht van de werkgevers. Nu moet er eerst weer een studie gedaan worden aangaande het loongebouw. De branche onderscheidde zich naar eigen zeggen jarenlang door een loonhoogte die 20% boven het minimumloon lag. Dit is het paradepaardje dat de werkgevers al jaren berijden. Het is dan toch niet zo moeilijk om dit verschil in de schoonmaak cao loonhoogte versus het minimumloon in stand te houden? Als dit zoals de werkgevers het noemen een van de onderscheidende factoren is om het werk binnen de schoonmaak aantrekkelijk te maken/houden dan is de keuze toch snel gemaakt? Ik begrijp dit uitstellen werkelijk niet.”
Heldenstatus voorbij
Duidelijk is dat er zowel van werkgevers- als werknemerszijde de intentie bestaat om tot een structurele oplossing voor (tussentijdse ) aanpassing van het loon van de schoonmakers te komen. De macro-economische ontwikkelingen rechtvaardigen een aanpassing. Echter in de temporisering om dit in te voeren zit ogenschijnlijk een hemelsbreed verschil. Bonden en hun leden willen de invoering liefst al vanaf gisteren , de werkgevers koersen af op een ontwerp in de zomer en dan een invoeringsdatum bepalen, met andere woorden op zijn vroegst medio 2023 of begin 2024. Dit wordt nog een stevige onderhandeling, zo lijkt het.
De fors hogere energierekeningen , de kostenstijging van dagelijkse boodschappen en de stijgende kosten woon-werkverkeer zijn echter al ingegaan. Met welke onaangename verrassingen komt onze regering verder nog in de loop van het jaar? De schoonmaker raakt het al met al in de portemonnee, de koopkrachtvergelijking van AWVN ten spijt.
Hier staat tegenover in hoeverre opdrachtgevers een mogelijke tussentijdse tariefaanpassing zullen accepteren of dat zij snel vluchten in aanbesteding van de schoonmaak tegen een ophoging van de m2 prestaties. Met als gevolg een ongewenste stap terug in de tijd namelijk een verhoging van de werkdruk. Want laten we eerlijk zijn de heldenstatus die de schoonmakers tijdens Covid’19 ten deel viel blijkt vergankelijk..
Tekst: Henk Cornelisse