Controle op het betalen van cao-lonen en het afdragen van pensioenpremie blijkt bij werkgevers in de schoonmaak helaas nog geen overbodige luxe. Reden waarom zowel Pensioenfonds Schoonmaak en de RAS scherp controleren via cao- en looncontroles. Deze controles dienen ervoor om te benadrukken dat alle werkgevers zich aan de collectieve arbeidsvoorwaarden dienen te houden en in het verlengde hiervan om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
De uitkomsten van deze onderzoeken doen de wenkbrauwen fronsen. Helemaal aangezien er bij sommige werkgevers zelfs sprake lijkt van bijvoorbeeld het bewust kiezen voor een boete, in plaats van tijdig de loon- en premiegegevens aan te leveren.
Cao controle: grotere bedrijven vaker in de fout
Jaarlijks worden er circa 800 cao-controles uitgevoerd bij schoonmaakwerkgevers. Dit impliceert dat iedere werkgevers één keer per vier jaar gecontroleerd wordt. Dit verhoogt de ‘pakkans’ voor bedrijven die de cao niet naleven.
Een dergelijke cao-controle wordt uitgevoerd via een steekproef waarbij een aantal loonstroken gecontroleerd worden. Hoe groter het schoonmaakbedrijf, des te meer loonstroken vallen er onder de steekproef. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen klein, middelgroot of groot. Indien een schoonmaakbedrijf niet meewerkt dan wordt er uiteindelijk een boete opgelegd van 5.000 euro.
Dit kan voor sommige werkgevers lucratiever zijn dan aan de controle mee te werken en loonstroken te overleggen. Hier gaat nu zwaarder tegen opgetreden worden. Per bedrijfsgrootte, op basis van het aantal medewerkers, zijn de volgende conclusies te trekken:
Aantal werknemers per bedrijf | Te controleren medewerkers | % werkgevers in deze categorie | % werkgevers met fouten |
<51 | Tot 5 | 92% | 16% |
51-<151 | 10 | 6% | 14% |
151 >401 | 20 | 1,5% | 9% |
>401 | 25 | 0,5% | 33% |
De conclusie kan hieruit getrokken worden dat procentueel gezien de meeste fouten ontdekt worden bij bedrijven met meer dan 401 werknemers. Hierbij wordt het fabeltje ontkracht dat het met name de kleinere bedrijven zijn waar het één en ander misgaat.
Loonstrookcontroles: aantal fouten stijgt weer
De loonstrookcontroles laten over de afgelopen jaren het beeld zien dat er zowel omissies zijn op het gebied van het uurloon, vakantieopbouw als eindejaarsuitkering. Na een daling in 2022 zien we een procentuele stijging qua fouten in 2023. Niet iets om als branche echt trots op te zijn, lijkt mij, hoewel als je het positief bekijkt de cijfers nog wel onder het niveau van 2021 liggen. Glas halfvol of halfleeg?
Gecontroleerde loonstroken | Aantal fouten basisuurloon | Aantal fouten vakantieopbouw | Aantal fouten eindejaarsuitkering | |
2021 | 3.483 | 200 (5,74%) | 49 (1,4%) | 145 (4,16%) |
2022 | 3.698 | 134 (3,62%) | 37 (1,0%) | 98 (2,65%) |
2023 | 3.445 | 187 (5,43%) | 41 (1,19%) | 96 (2,78%) |
Herstelmogelijkheid via hercontrole
Indien tijdens een controle blijkt dat de cao-afspraken niet nageleefd worden, dan krijgt het RAS bestuur de controlerapportages geanonimiseerd aangeleverd. Als het RAS-bestuur op basis van de inhoud van de rapportage besluit tot een hercontrole, dan weet dit bestuur op dat moment nog niet over welk bedrijf het gaat. De werkgever krijgt vervolgens de gelegenheid de fouten te herstellen.
De kosten aangaande een hercontrole, minimaal 370 euro, komen voor rekening van de desbetreffende werkgever. Bovendien wordt er bij een dergelijke werkgever het komende jaar gelijk weer gecontroleerd. Kortom: hoe vaker in de fout, des te vaker vindt er controle plaats.
Herstelprocedure
De herstelprocedure is vastgelegd in de Reglementen Ras-controle. Samenvattend impliceert dit dat de werkgever een brief van RAS ontvangt waarin de constateringen aangeven wordt tussen de door de werkgever geleverde gegevens en de van het UWV ontvangen gegevens. De werkgever krijgt vervolgens vier weken de tijd om de geconstateerde verschillen op te lossen. Dit doet de werkgever door via loonstroken aan te tonen dat de omissies zijn aangepast in lijn met de cao.
Indien de werkgever na deze vier weken geen correcties heeft uitgevoerd, ontvangt hij een eerste herinnering. Hij krijgt dan opnieuw vier weken de tijd om de geconstateerde verschillen op te lossen. Indien de werkgever dan alsnog geen correcties heeft doorgevoerd krijgt de werkgever twee weken de tijd om alles aan te leveren. Doet de werkgever dit ook niet dan wordt een forfaitaire boetefactuur van 5.000 euro opgelegd. Wordt deze factuur niet tijdig betaald dan wordt de boete over gedragen aan het incassobureau en komen er extra kosten bij.
De hoogte van de nota wordt ondertussen gewijzigd naar het geconstateerde verschil tussen de aangeleverde loongegevens bij het UWV en zoals bekend in de administratie bij Pensioen Schoonmaak plus een opslag van 15 procent. De woordvoerder van RAS hecht eraan het volgende te benadrukken: “Dat laatste komt gelukkig weinig voor. Het is ook niet ons doel op zich om te sanctioneren maar wel om er voor te zorgen dat bedrijven naar hun werknemers de cao minimaal (gaan) volgen én om concurrentie op de basisarbeidsvoorwaarden te voorkomen.”
Werkingssfeeronderzoeken
Naast de cao- en loonstrookcontroles worden er per jaar ook circa honderd werkingssfeeronderzoeken verricht door de RAS en Pensioenfonds Schoonmaak. Een dergelijk onderzoek richt zich op schoonmaakbedrijven die zich nog niet aangemeld hebben bij het pensioenfonds en de RAS. Het doel is dat deze bedrijven zich alsnog aansluiten. Hierna gaan zij ook pensioenpremie afdragen en kunnen de schoonmakers vervolgens rekenen op de opbouw van een schoonmaakpensioen. In 2023 zijn door deze onderzoeken bij zestig van de honderd nieuwe werkgevers totaal 414 schoonmakers gevonden die nu pensioen gaan opbouwen. Ter illustratie: dit levert een kleine kwart miljoen euro’s op aan extra pensioenpremie in de pensioenpot. Op een reactie van de overige veertig bedrijven wordt nog gewacht.
Momenteel kent Pensioen Schoonmaak ongeveer 3.600 werkgevers met in totaal 122.500 actieve arbeidsverhoudingen. Goed voor een jaarlijkse premiebijdrage van in totaal 265 miljoen. Uit looncontroles blijkt dat er jaarlijks circa 100.000 euro te weinig aan premie wordt afgedragen. Een dergelijke looncontrole wordt uitgevoerd door de loon- en premieaanlevering van de werkgevers bij de belastingdienst te vergelijken met een eigen onderzoek door de RAS bij zo’n 350 werkgevers.
Er zijn werkgevers die niet voldoen om de gegevens aan te leveren en zodoende de grote premiebedragen niet afdragen en liever de relatief lage boetes betalen. Hier gaat dus strenger tegen opgetreden worden.
De woordvoerder van het pensioenfonds zegt hierover: “Doordat wij op basis van de gegevens die wij van het UWV ontvangen en verhogen met de opslag van 15 procent, is dat de totaalfactuur die naar externe incasso gaat. Dat betekent dat we, als het bedrijf nog steeds niet meewerkt, sneller naar een faillissementsaanvraag gaan. Als na faillissement onvoldoende middelen beschikbaar zijn, verhalen we dat op de mensen achter deze werkgever. Uit vaste jurisprudentie blijkt dat bestuurders voor het niet betalen van deze premies persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden op basis van de Wet bestuurlijke aansprakelijkheid.”
Rozengeur en maneschijn
Recent verscheen er een weinig vleiend artikel in diverse kranten over met name de malafide schoonmaakbedrijven. Dergelijke negatieve berichtgeving blijft de schoonmaaksector hardnekkig parten spelen, ondanks dat er de laatste jaren veel verbeterd is in de branche. Maar de uitkomsten van de door RAS en Pensioenfonds Schoonmaak uitgevoerde controles laten echter zien dat het nog niet allemaal rozengeur en maneschijn is.
Tekst: Henk Cornelisse