RAS, de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche, laat weten dat in 2016 41,20% van de RAS-premie besteed is aan opleiding, scholing en vorming.
De RAS-premie financiert de opleidings- en schoonmaakactiviteiten van de schoonmaakbranche. In 2015 was het opleidingspercentage nog 60% van de RAS-premie en in 2014 was dit 74,40%. Voor 2016 is het 0,31% van de loonsom, een jaar eerder was het 0,45% van de loonsom en in 2014 was dit 0,56% van de loonsom.
Verklaarbaar
Een daling die verklaarbaar is, aldus directeur van RAS Marianne Neuteboom. “2016 was een goed jaar, we hadden als RAS meer inkomsten. Hierdoor vallen de cijfers sowieso lager uit, omdat deze relatief zijn. Daarnaast stagneert de hausse aan basis(vak)opleidingen. Een aantal jaren eerder is de inhaalslag al gemaakt.”
Tot slot verklaart Neuteboom dat de boekhouding hierbij ook een rol speelt. “Sommige budgetten zijn reeds gereserveerd en er is nog het moment wanneer het in de boeken terecht komt.”
Financiële middelen uit de RAS blijven zeer betekenisvol
Charles Scholte, directeur van SVS-Opleidingen, zegt desgevraagd dit beeld te herkennen. “De afgelopen jaren zijn er enorme opleidingsinspanningen gepleegd, waardoor het grootste deel van de schoonmaakmedewerkers inmiddels gediplomeerd is. SVS ziet als gevolg daarvan een verschuiving van (incompany) bedrijfsgroepen naar regionaal georganiseerde groepen met open inschrijving, dus met deelnemers uit verschillende bedrijven.”
Scholte vervolgt: “Een andere belangrijke ontwikkeling bij onze klanten is de behoefte om eenmalig opleiden en diplomeren plaats te laten maken voor de permanente ontwikkeling van schoonmaakmedewerkers om aan de toenemende eisen die aan hen gesteld worden te kunnen blijven voldoen. Ook in de jaren die voor ons liggen zullen de financiële middelen vanuit de RAS zeer betekenisvol blijven (kwalitatief en kwantitatief) voor de opleidingen binnen onze branche.”
Marktverandering zichtbaar
Ook directeur van Carling Opleidingen Gerard Spoor zegt dat de markt verandert. “Ik merk dat er steeds meer waarde wordt gehecht aan maatwerk- en competentietrainingen. Bovendien is de inhaalslag betreft de basisopleiding de afgelopen jaren gedaan. Dit was voorspelbaar en daarom hebben we al geanticipeerd met veel ontwikkelde eigen trainingen die nu steeds gretiger aftrek vinden.”