Als je de fabriek van JohnsonDiversey in Enschede wilt bezoeken kan dat pas na een uitgebreide veiligheidsinstructie. Veiligheid staat voorop, niet alleen voor wat betreft mensen, maar ook voor wat betreft het milieu. Plant manager Marc Janssen en Value Chain Leader Pieter Franssen over de plaats van duurzaamheid in het concern van professionele reiniging– en hygiëne systemen dat wereldwijd tot de top behoort.
“Duurzaamheid strekt zich niet alleen uit tot de producten, maar tot de hele productie”, steekt Marc Janssen van wal. “De productieteams van de verschillende lijnen komen dagelijks kort bij elkaar om mogelijke problemen in de fabricage te bespreken en waar mogelijk op te lossen of aan een hoger niveau door te spelen. Natuurlijk is dit vooral bedoeld om de productie te optimaliseren, stilstandsverlies te voorkomen en de veiligheid van de medewerkers te bevorderen. Productieproblemen hebben echter ook altijd een milieuaspect. Neem bijvoorbeeld yield waarbij product verloren gaat dat milieuvriendelijk moet worden verwerkt. Of neem energiebesparing. We willen de komende jaren 13,5% minder energie gebruiken en daarvoor moet je de productie steeds slimmer aanpakken.”
Molsysteem
“Met het kijken naar het proces kun je vaak mogelijkheden vinden om het milieu te dienen”, stelt Franssen. Als voorbeeld noemt hij de manier waarop wordt omgegaan met productwisselingen. “Bij normale productie spoel je na het mengen van de ingrediënten in de mengketel de leiding naar de afvulunit door met water. Afhankelijk van het product moet dat meermalen gedaan worden. We maken nu het product in de mengketel sterker dan dat het in de fles moet komen. Nadat we het materiaal naar de afvulunit hebben verpompt spoelen we de leiding en komt dat water bij het te geconcentreerde product. Daar gaat het mengen dan verder en worden de verpakkingen afgevuld.” Janssen geeft aan dat dit systeem het productverlies dat normaal op zo’n vijf procent ligt, naar één procent heeft teruggedrongen. “Dat lijkt niet zo veel, maar omdat we relatief kleine batches maken om onze klanten goed te kunnen leveren, tikt een paar procent winst in water- en energieverbruik al snel aan. Deze methode is overigens niet toepasbaar bij de leidingen van de afvulunit naar de verpakking. Die moet nog wel gewoon gespoeld worden, maar daarin passen we het molsysteem toe. Dat is een harde kogel die met waterdruk door de leidingen wordt geperst. Het product wordt dus zo uit de leidingen gedrukt, waardoor materiaalverlies tot een minimum wordt beperkt.”
Balans in bedrijfs- en milieudoelstellingen
Een korte rondgang in de fabriek maakt duidelijk dat deze arbotechnisch goed is ontworpen. De mengketels zitten ondergronds zodat de bediening ervan op stahoogte plaats kan vinden. Daardoor is er geen valgevaar. Bovendien zijn er ook strikte veiligheidsmaatregelen. Er wordt gewerkt met chemicaliën dus de vloer is vloeistofdicht en eventueel gemorste materialen worden direct opgeruimd. Daarnaast draagt iedereen buiten de veiligheidskleding ook een veiligheidsbril of zelfs een volgelaatsmasker en waar nodig gehoorbescherming. “We leggen grote nadruk op de manier waarop deze fabriek in de omgeving functioneert. We willen natuurlijk niet geconfronteerd worden met lozingen of andere zaken die milieuschade kunnen opleveren,” stelt Franssen. “Daarom is onze fabriek ook ingedeeld in EX-zones om explosiegevaar door ontstekingsbronnen te voorkomen.” Weer terug in het kantoorgedeelte presenteert hij enige posters waarin de visie van JohnsonDiversey op mens en milieu is verwoord. Kort samengevat komt dit neer op het produceren van veilige, minder milieubelastende en kostenefficiënte reinigingssystemen. Het klinkt allemaal wat hoogdravend, maar Franssen geeft aan dat deze doelen wel in een juiste balans moeten staan met de primaire ondernemingsdoelstelling. Het gaat er dus om, om een juiste balans zien te vinden tussen mens, milieu en continuïteit van onze organisatie.
Keten duurzamer
De grondstoffen worden vaak elders betrokken. Gezien de grote nadruk op duurzaamheid, dringt zich de vraag op hoe de toeleveranciers in het duurzaamheidsplaatje passen. Janssen denkt even na: “We kopen vooral in op de kwaliteit van de grondstof in verhouding tot de prijs. Daarnaast nemen we zoveel mogelijk in onze beslissing de milieubelastendheid van de grondstoffen mee. De meeste grondstoffen kopen we bij grote producenten welke hun eigen milieubeleid voeren en vaak ook gecertificeerd zijn. Van dergelijke spelers mag je verwachten dat het wel goed zit met de duurzaamheid.” En hoe zit het dan bij de gebruikerskant? Wordt daar dan duurzaam omgesprongen met de producten van JohnsonDiversey? Janssen en Franssen stellen beiden dat dit afgelopen jaren aanzienlijk is verbeterd: “Het opleidingsniveau van medewerkers is behoorlijk toegenomen waarbij er veel focus is gelegd op ergonomie, en veiligheid van de eindgebruiker. Bovendien dragen wij er ook nog aan bij doordat we bij schoonmaakvraagstukken van de eindgebruiker zelf als adviseur optreden. Op die manier kunnen we niet alleen ervoor zorgen dat de juiste producten worden gebruikt in specifieke situaties, maar kunnen we ook eraan bijdragen dat dit met de juiste dosering en werkmethode gebeurd. Bovendien zijn de meeste producten voor dagelijks gebruik zeer geconcentreerd waardoor minder verpakkingsmateriaal nodig is en dit uiteindelijk ook je logistieke kosten naar beneden brengt. Ook stellen we eisen aan onze vervoerders. Zij moeten een duidelijk beleid hebben ten aan zien van continue vernieuwing van hun wagenpark en voorop lopen in de markt bij het realiseren van vermindering van CO2-uitstoot. Daarnaast nemen we ook verpakkingen retour. Ons product SafePack XL is een verpakkingsconcept voor 200 l vaten. Deze wordt geleverd met onze bestaande producten en is zo ontworpen dat deze met minimale belasting verplaatst kan worden. Wanneer deze leeg is laten we hem weer reinigen en wordt hij weer hergebruikt. Zo houd je de afvalstroom binnen de perken.”
Leon van den Berg, hoofdredacteur Clean Totaal