De microvezeldoek blijft een veelbesproken item in de branche. Het juiste gebruik van de doek, de combinatie met reinigingsmiddel én de voor- en nadelen ervan zijn in Clean Totaal al ruimschoots aan de orde gekomen. Maar waar komt de microvezeldoek eigenlijk vandaan? En hoe ziet zijn toekomst in de branche eruit? Wij vroegen het een aantal ervaren schoonmaakcracks.
Door Rob Möhlmann, lid redactie Clean Totaal
Wanneer ik op een zaterdag over de Albert Cuypmarkt in Amsterdam wandel, loop ik langs diverse kramen waar marktkooplui bergen zogenaamde wonderdoekjes aanbieden. Voor een paar centen kan ik een gekleurd exemplaar kopen. De marktkoopman belooft dat ik er het hele huis mee kan schoonmaken, met of zonder water. Mijn moeder zwoer erbij: de doekjes werkten veel beter dan het traditionele sopdoekje dat zij altijd gebruikte. Onderhand weten we dat er grote kwaliteitsverschillen bestaan in microvezel. Maar wanneer kwamen de eerste microvezelmaterialen eigenlijk op de markt?
Consumentenparty’s
Volgens Michel de Bruin van Greenspeed was het MGS die met de producent in 1994 het eerste microvezeldoekje op de markt bracht. “Pas in 1998 kreeg het een boost door een positieve uitkomst van een onderzoek, uitgevoerd door de Vereniging Schoonmaak Research (VSR). Een certificaat van TNO volgde daarna.” Cor Voogd van fabrikant Vermop ving al eerder geluiden op over de microvezeldoek, alleen niet echt binnen de professionele schoonmaak. “Vanaf 1992 gaf ik voor opleidingsinstituut SVS de Vakopleiding Schoonmaken. In die tijd kwamen er al opmerkingen van cursisten over het ‘wonderdoekje’. HA-RA bleek de microvezeldoek in consumentenparty’s al volop te verkopen aan de huisvrouw.”
Jaap van Dijk, gepensioneerd directeur van leverancier Exclusiva herinnert het zich ook nog. “In het begin van de jaren negentig werd op beurzen de bekende wonderdoek HA-RA gepresenteerd. Voor het waanzinnige bedrag van 25 gulden per stuk. Vaak alleen in een witte kleur met een afmeting van zo’n 38 bij 38 centimeter, vrij los geweven. Kopers kregen de boodschap ermee te reinigen zonder toevoeging van schoonmaakmiddelen.” Tijdens thuisparty’s – te vergelijken met de bekende tupperware-avonden – werd het gebruik van de doek gedemonstreerd. Het beeld dat werd geschapen? Het wonderdoekje kon overal voor worden ingezet en reinigingsmiddelen zijn overbodig en dus verleden tijd.
Grote doorbraak
Binnen de branche zette de evolutie van de microvezeldoek zich rap voort. Na de introductie door MGS accepteerde de professionele schoonmaker de doek al snel. “Toen het TNO in 1998 positief oordeelde over de Greenspeed microvezeldoek en de positieve uitkomst van het VSR-onderzoek, breidde het microvezelsysteem zich uit. Zo kwamen er systemen voor interieur, vloeren, sanitair en wanden. Vanaf 2005 is het in sommige gevallen zelfs verplicht om in aanbestedingen en schoonmaakbestekken microvezelsystemen aan te bieden”, legt De Bruin uit. De echte grote doorbraak kwam volgens Voogd via het SVS. Het opleidingscentrum had in 1996 en 1997 een commissie die tweemaal per jaar bijeenkwam. Voogd maakte daar ook deel vanuit. “Ik herinner mij het nog als de dag van gisteren. Tijdens de bijeenkomsten debatteerden we veelvuldig over microvezel. Dit leidde uiteindelijk tot het implementeren van de Microvezel-methode in 1998 in de basiscursus Schoonmaak(st)er. Ook de RAS heeft door TNO een onderzoek naar de lichaamsbelasting uitgevoerd. Daarbij werd duidelijk de voorkeur uitgesproken ten gunste van het microvezelsysteem.”
Volgens Van Dijk werden er op een professionele schoonmaakmarkt in 1994 veel microvezeldoekjes aangeboden. Veelal afkomstig uit China, Zuid-Korea en in mindere mate Indonesië. Volgens de gepensioneerde directeur heersten er in die tijd echter nog wel twijfels bij de professionele schoonmaker. “Ik herinner me dat er aarzelend werd gewerkt met de microvezeldoek. In die tijd maakten ze nog veel schoon met de werkdoek met rode band en was vooral de wafeldoek zeer populair. Marco Vegers van het familiebedrijf Wecovi weet nog dat de professionele schoonmaker het microvezelconcept interessant vond, omdat de manier van werken heel anders was. “Zo was het minder belastend voor de werknemer: men hoefde de doeken niet meer te spoelen en te wringen. Tegelijkertijd legde men veel nadruk op het verminderde gebruik van reinigingsmiddelen. Sommigen beweerden dat een besparing van zelfs 70 procent haalbaar was.” Ook ontstonden er andere voordelen, zoals de besparing van werktijd: de grootste kostenpost bij schoonmaakbedrijven. “Zo waren besparingen variërend van 5 tot 20 procent haalbaar”, aldus Vegers.
Neveneffecten
Uiteindelijk waren het de gebruikers zelf die ervoor zorgden dat microvezel meer en meer werd geaccepteerd. Natuurlijk ondersteunden de verschillende onderzoeken de bevindingen, maar het waren toch vooral de resultaten op de werkvloer die het hem deden. Tegelijkertijd ontstonden er neveneffecten. Sommige gebruikers reduceerden het gebruik van reinigingsmiddelen drastisch. Die waren toch niet meer nodig? Helaas ging die vlieger niet helemaal op. Microvezel is namelijk geen wonderoplossing. Voor een schoonmaaktaak op een weinig bevuild kantoor redde een microvezeldoekje het slechts met wat water. Maar het schoonmaken van een toiletgroep vraagt toch om een andere aanpak.
De veranderingen in schoonmaaktaken en het terugbrengen van de frequentie leidden er uiteindelijk toe dat microvezel in die tijd nog niet in alle situaties de beste oplossing was. “Wat men doorgaans vergeet is het toepassen van de gouden schoonmaakregel: laat droog wat je droog kunt verwijderen”, aldus Voogd van Vermop. 80 tot 90 procent van de vervuiling blijft (fijn) stof. Als je microvezel gebruikt voor het verwijderen van juist die vervuiling heb je voor het merendeel aan je kwaliteitseis voldaan. Die paar procent voor de klamvochtige reiniging bespaar je in tijd. Juist hierop wordt andersom geredeneerd. Veel aanbieders zeggen met een handeling stof te wissen en gelijktijdig aangehecht vuil te verwijderen.”
Ook De Bruin van Greenspeed weet dat microvezel geen wondersysteem is. “Ten eerste is opleiding essentieel. Je werkt nu eenmaal anders met microvezel dan bij een traditionele methode. Zo is de begininvestering hoger. De klant moet bereid zijn om deze investering te doen. Een goede berekening kan lonend zijn, maar goed advies is noodzakelijk.” Werken met microvezelmaterialen kan dus niet zomaar overal worden toegepast en is ook afhankelijk van de bereidheid van de dienstverlener en klant om duurzaam te investeren in deze nieuwe manier van schoonmaken. Sterker nog; slechte voorbereiding kan tot verkeerde situaties leiden. “Zo moet het werken met klamvochtige doekjes zonder sopje en luchtjes goed worden gecommuniceerd met de eindgebruiker”, aldus Voogd. Vegers beaamt dit. “Communicatie en instructie op de werkvloer zijn het belangrijkst. Te vaak zie ik op objecten dat men zegt te werken met microvezel, maar na controle blijkt dat ze zo’n mooie doek gewoon in een emmer met sop dopen en gebruiken als een traditionele doek. Laat staan dat hij wordt gewassen.”
Volledige geaccepteerd?
Het is duidelijk dat microvezel niet meer weg te denken is uit schoonmaakland. Een goed gebruik ervan leidt tot interessante resultaten: minder chemie en minder tijd tegen een acceptabel resultaat. Dat is iets waar ieder schoonmaakbedrijf in geïnteresseerd is. Bovendien worden schoonmaakorganisaties steeds bewuster van de leefomgeving en dragen ze hun steentje bij in het reduceren van de milieubelasting. De microvezelmethode is echter niet zaligmakend. Is de manier van werken binnen de schoonmaak in Nederland dan wel helemaal geaccepteerd?
“Zeker”, meent De Bruin. “Het is overduidelijk dat microvezel gebruiksvriendelijker en duurzamer is dan de traditionele schoonmaakmethode’s.” Volgens hem geeft het in veel gevallen ook een beter schoonmaakresultaat. Voogd is iets genuanceerder. “Naar mijn mening is de acceptatie nagenoeg volledig, maar ik denk wel dat 60 tot 70 procent van de schoonmakers verkeerd met de methode omgaat.” Hij heeft het dan voornamelijk over het gebruik van de doekjes. “Bij de grotere opdrachtgevers – met grote panden – gaat het wel volgens het boekje. De ‘waslogistiek’ is daar meestal op orde. Echter, in kleinere panden wordt het een steeds groter drama. Men gebruikt de microvezeldoek als luxe sopdoek. Bij de vloermethode is het doorgaans beter gesteld. De pre-wash methode geeft minder complicaties.
Kwaliteitsverschillen
Dat veel samenhangt met een goede implementatie, is duidelijk. Wie microvezel succesvol in wil zetten, dient zich ervan te vergewissen dat het niet zomaar om een ander schoonmaaksysteem gaat. Daarnaast moet men letten op kwaliteitsverschillen. Volgens De Bruin van Greenspeed zijn die enorm. “Denk aan reinigingskwaliteit, absorptiegraad, levensduur, kleurvastheid en vormvastheid.” Voogd is iets uitgebreider. “De samenstelling (mengverhouding) van vezels kunnen veelal hetzelfde zijn, maar het zit hem vaak in het productieproces. Verschillen zijn vaak terug te voeren in het gramsgewicht van een doek.” Productieprocessen in Duitsland zijn bijvoorbeeld anders dan productieprocessen in lagelonenlanden. “Bij Vermop zijn we in 2001 gestart met het produceren van microvezels voor droge en vochtige reiniging. De weef/brei-machine vervaardigd met 6850 kleine naalden een basismateriaal dat verder verwerkt wordt tot bijvoorbeeld een mop. Het omstellen van zo’n machine duurt soms een half jaar.” Ook Vegers is het ermee eens dat er veel verschillen in microvezel materialen zijn. Rondgebreide en rechtgebreide doeken zijn standaard iets duurder en hebben vaak een fijnere vezel. Deze doeken behouden echter wel beter hun vorm en kunnen vaak tot wel zevenhonderd wasbeurten mee.”
Al eerder schreef Clean Totaal dat de kwaliteit van microvezel te herleiden is naar de mate van splitsing. Voor het splitsen van de vezel bestaan namelijk verschillende technieken. De goedkoopste methode is door middel van chemie. Men laat een druppel vloeistof op de vezel vallen waardoor deze breekt. Een betere splitsing verkrijgt men echter door trek (waardoor de vezel knapt) of door middel van gewoon water. Deze laatste is de beste manier om de vezel te splitsen. Aangezien het splitsen van een microvezel uitermate belangrijk is voor de kwaliteit van de doek zit hier het grote verschil tussen de ‘wonderdoekjes’ van de markt en de professionele microvezeldoeken die via de vakgroothandel aangeschaft kunnen worden.
Nat of droog
Naast het kwaliteitsvraagstuk leeft de vraag wanneer microvezel ingezet wordt voor droge reiniging en wanneer in combinatie met water. De Bruin vertelt dat klamvochtig reinigen met een microvezelsysteem beter werkt dan de natte (sop)methode. Volgens hem gaat de discussie tegenwoordig dan ook niet meer zozeer of je microvezel droog of nat gebruikt, maar of je reinigingsmiddelen toevoegt. “Ons standpunt is: voeg alleen reinigingsmiddelen (sprayflacon en sterk verdund) toe wanneer de situatie erom vraagt.” Voogd is het met hem eens. “Klamvochtige microvezel bij gewone dagelijkse reiniging, mits goed gebruikt, kan leiden tot grote verbeteringen qua belasting en kwaliteit. Uiteraard zijn er ook situaties waar je de natte methode moet inzetten. Dit heeft puur met de vervuilingsgraad te maken.”
Inmiddels zijn er door verschillende leveranciers meerdere varianten op bestaande systemen bedacht. Vloeren bevochtigen op de traditionele methode en daarna afnemen met een langharige microvezelmop. Of het sprayen van een dun laagje water met chemie in combinatie met een schrobpad en microvezel. Hoe je het ook ziet, uit alles blijkt dat voor het gebruik van microvezel in de schoonmaak kennis noodzakelijk is. Kennis van de materialen, kennis van de mogelijkheden en onmogelijkheden, medewerking van de opdrachtgever en een groot realiteitsbesef. Immers, wonderen bestaan niet.
Disposables
Directeur Ruud van den Berge van Flash – producent van non-woven (microvezel) producten – uit Oss ziet vooral in de medische sector een sterke vraag naar disposable microvezelproducten. “Op het gebied van hygiëne bieden disposables grote voordelen. De doeken verdienen zich snel terug, mede doordat ze niet gewassen hoeven te worden.” Hij is verder van mening dat microvezel in de toekomst steeds vaker wordt verwerkt in non-wovens in plaats van textiel. Reden? “Non-woven is goedkoper en kan gemakkelijk worden ingezet als disposable product. Dat niet alleen. Ook worden deze producten technisch beter. Dit heeft te maken met de splitsing. Microvezels in non-woven kunnen namelijk veel fijner worden doorgesplitst. En in microvezelland betekent hoe meer splitsing, hoe beter het product.”
Toekomst
Ook in de ons omringende landen is een positieve ontwikkeling van microvezel in de schoonmaak gaande. In landen als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland is het schoonmaken met het microvezelsysteem in opkomst. Alle geïnterviewden voor dit artikel zijn het er over eens dat het gebruik van microvezelproducten en -systemen in Nederland in de toekomst verder toeneemt en bij gaat dragen aan het imago en aanzien voor veel schoonmaakorganisaties.
Meer weten over het werken met microvezel? Lees hier het Microvezel ABC van VSR (versie 2011). Een must read voor elke schoonmaker!