I have a dream…” Wie kent niet de historische woorden die Martin Luther King op 28 augustus 1963 uitsprak? Onder deze noemer vroeg Clean Totaal een aantal prominenten hun visie te geven over de ontwikkeling van de schoonmaaksector. Zeg maar een visionaire blauwdruk voor de toekomst vanuit een hedendaags perspectief. Achtereenvolgens dromen voor u: minister en vice premier Lodewijk Asscher, OSB voorzitter Hans Simons, VNO-NCW voorzitter Niek Jan van Kesteren, ONL voorzitter Hans Biesheuvel, FNV voorzitter Ton Heerts, facility management autoriteit Andreas Wagen berg en OSB oprichter Ton Funke Küpper.
Door Henk Cornelisse , redactielid Clean Totaal
Duidelijk is dat geen van deze prominenten dagdromers zijn, maar ons juist wakker schudden met idealistische denkbeelden. Het feit dat betrokkenen ondanks zeer drukke agenda’s tijd wilden vrij maken om hun droom voor de schoonmaaksector met ons te delen is veelzeggend voor de maatschappelijke betekenis van de branche. Hun deelname aan deze special maakte in ieder geval de droom van uw redacteur waar, want een dergelijke prominente aandacht voor de schoonmaakbranche is tot dusverre eerder uitzondering dan regel.
Minister Lodewijk Asscher
Lodewijk Asscher (PvdA) is minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vice-premier van Nederland. Zijn politieke bekendheid dankte Asscher in eerste instantie aan zijn functie als wethouder in de Gemeenteraad van Amsterdam. Samen met zijn coalitie partner Minister Stef Blok (VVD) maakt hij zich sterk om de schoonmaak van Rijksgebouwen weer in eigen beheer te nemen. Op speelse wijze spreekt Asscher naar uw redacteur over het Ministerie van Schone Zaken en Werkgelegenheid. Hij deelt een compliment uit aan bonafide schoonmaakbedrijven die hun best doen de branche te verbeteren.
“Het moet niet bij dromen blijven”
“Goed werk met een fatsoenlijk loon. Daar zet ik me als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor in. Zeker in de schoonmaakbranche. Mensen die de boel netjes houden in Nederland, verdienen het om netjes te worden behandeld. Helaas wordt het werk van schoonmakers niet altijd op waarde geschat. Sommige mensen ontdekken pas hoe onmisbaar schoonmakers zijn, als de wc’s op kantoor, op school of in de trein niet meer schoon worden gehouden. Vakkundig schoonmaakwerk is van onschatbare waarde. Het is mijn ambitie de positie van schoonmakers te verbeteren. Ze verdienen goed werk waar ze trots op kunnen zijn. Schoonmaakwerk mag geen wegwerpwerk zijn.
Ik verwacht dat werkgevers en opdrachtgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Kosten en kwaliteit van schoonmaakwerk moeten in balans zijn. Op een gegeven moment kunnen mensen niet nóg meer werk in nóg minder tijd doen. We moeten voorkomen dat schoonmaakbedrijven elkaar met steeds hogere werkdruk en steeds lagere prijzen bestrijden. Dan ontstaat er een ongewenste en ongezonde race naar de bodem.
Schoonmakers willen eerlijk werk met perspectief. Met kansen om zich in en door hun werk te ontwikkelen. Niet alleen in hun vak, maar ook verder. Voor veel mensen is het werk als schoonmaker een eerste stap op weg naar een baan waar ze echt van dromen. Het moet niet bij dromen blijven. Ik verwacht dat er de komende jaren veel in de branche verbetert. Bonafide bedrijven doen daar ook duidelijk hun best voor. Met een nieuwe cao en een veelbelovende vernieuwingsagenda. Met duurzame investeringen in mensen en milieu. Ik maak me sterk voor een rijksoverheid die daarbij het goede voorbeeld geeft. Met goed werk voor een fatsoenlijk loon.”
Hans Simons
Hans Simons is sedert 2009 de voorzitter van de Ondernemers Organisatie voor Schoonmaak- en bedrijfsdiensten (OSB). Dit betreft geen full-time functie want naast het voorzitterschap OSB heeft Simons nog diverse commissariaten en andere nevenfuncties. Simons maakte tot 1979 deel uit van de PPR (Politieke Partij Radicalen) en vervolgens van de PvdA. Van beide politieke partijen was hij fractievoorzitter. Voor de PvdA was hij wethouder en plaatsvervangend burgemeester van Rotterdam. Simons werd voor zijn bijzondere verdienste voor deze stad onderscheiden met de Wolfert van Borselenpenning. Van 1989 -1994 was Simons staatssecretaris van Volksgezondheid in het kabinet Lubbers 3, waarna hij in 1994 onderscheiden werd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
“Tijd voor een nieuwe samenwerking tussen werkgevers en bonden”
“Mijn droom voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche is dat de vernieuwingsagenda goed van de grond komt. Het is echt tijd om tot een nieuwe samenwerking te komen tussen werkgevers en bonden en dat het vertrouwen wordt verbeterd. Het bundelen van de krachten is noodzakelijk voor baanzekerheid, de verdere professionalisering van de 150.000 schoonmakers en voor het bestaansrecht van de branche.
Ook hoop ik op meer leden voor OSB. Al onze leden hebben hun eigen business die ze in concurrentie met anderen tot een succes willen maken. Honderden leden, ondernemers die iedere dag weer tonen over vakmanschap en doorzettingsvermogen te beschikken. Naast die eigen bedrijven is een sterke brancheorganisatie nodig. Een organisatie die inspireert, de agenda beïnvloedt en die perfect is in dienstverlening naar haar leden.
Er zijn nog genoeg dromen over, maar ik wil graag eindigen met een droom over inbesteding van schoonmaak door de overheid. Deze ontwikkeling vormt een grote bedreiging voor de bedrijven en de mensen die er werken. Ik hoop dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zich in de verdere besluitvorming gaat baseren op de feiten en niet op verkeerde aannamen en beelden van de branche. De schoonmaakbranche heeft geweldige stappen gemaakt de afgelopen jaren en de arbeidsvoorwaarden zijn goed.”
Niek Jan van Kesteren
Niek Jan van Kesteren is al 14 jaar algemeen directeur van de grootse ondernemersorganisatie VNO-NCW. Hij overlegt en lobbyt voor de werkgevers zowel in Brussel als Den Haag. Sinds 1992 is Van Kesteren ook lid van het bestuur van de Stichting van de Arbeid en van het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad (SER) . Voorts is hij sedert 2012 algemeen directeur van MKB Nederland.
Last but not least: hij is lid van het bestuur van de Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope, zit in de raad van toezicht van de Universiteit Utrecht en is voorzitter van voetbalclub FC Rijnvogels . Volgens de kenners behoort Van Kesteren tot een van de invloedrijkste Nederlanders.
“De schoonmaaksector moet het vertrouwen krijgen dat het verdient en laten zien dat het zelfvertrouwen heeft”
“Mijn droom is dat de schoonmaaksector het vertrouwen krijgt dat het verdient. Ik vind het onterecht dat de sector gestigmatiseerd wordt als sector van de lage lonen en eenvoudig werk. Ik zie juist een branche waar logistiek, innovatie en duurzaamheid centraal staan; waar ondernemers onder steeds sneller veranderende omstandigheden continue op zoek zijn naar de beste (duurzame) oplossing voor de klant; en waar mensen een kans krijgen om een plek te verwerven op de arbeidsmarkt en daarin door te groeien.
De sector is bovendien voorloper op het gebied van verantwoord marktgedrag en heeft daar via de bekende Code een slinger naar andere sectoren aan gegeven. Toch wil het kabinet nu een groot deel van de werkzaamheden bij schoonmaakbedrijven weghalen omdat daarmee de omstandigheden voor het schoonmaakpersoneel verbeterd zouden worden. De overheid moet inzien dat inbesteden geen oplossing is. Niet alleen omdat ik ervan overtuigd ben dat ondernemers kwalitatief betere diensten tegen een betere prijs zullen leveren, maar ook omdat met diezelfde ondernemers prima afspraken te maken zijn over bijvoorbeeld sociale voorwaarden. Dat de sector wordt gestraft en niet geprezen voor alle goede inspanningen heeft meer te maken met politieke profilering, dan met pragmatische oplossingen. Om een vuist te maken moeten ondernemers in de schoonmaak samen optrekken, naar buiten treden en hun verhaal vertellen. Het is nodig dat de sector de brede maatschappelijke rol die het vervult nog duidelijker voor het voetlicht brengt en met trots uitdraagt tot welke mooie dingen het in staat is. Om vertrouwen te krijgen mag de schoonmaaksector best laten zien dat het zelfvertrouwen heeft.”
Hans Biesheuvel
Hans Biesheuvel is, naast zijn functie als directievoorzitter van de Biesheuvel groep en later investeringsmaatschappij Habest Holding, bij het grote publiek vooral bekend door zijn jarenlange voorzitterschap van MKB Nederland. Namens MKB Nederland nam Biesheuvel ook zitting in de Sociaal Economische Raad. Inmiddels heeft Biesheuvel een nieuwe ondernemersorganisatie opgezet luisterend naar de naam ONL voor ondernemers.
“Laat ondernemers weer ondernemers worden”
“Mijn droom is dat ondernemers weer echte ondernemers worden! Dat er een schoonmaak cao komt die niet algemeen bindend verklaard wordt. Dat een cao een raamwerk wordt waar binnen nadere detaillering mogelijk is die beter aansluit bij de feitelijke situatie van een onderneming. Dat er geen sprake is van dwangmatige oplegging. De maatschappij verandert zowel aangaande sociaal stelsel als arbeidsmarkt, waardoor het algemeen bindend verklaren van de cao niet langer past bij de ontwikkelingen. De verschillen in bedrijven is daarvoor te groot.
Met betrekking tot de schoonmaakbranche droom ik dat hier niet langer het accent op negatieve aspecten gelegd wordt maar juist de kansen in dit segment benadrukt worden. Kansen die ontstaan door het aangaan van samenwerkingsverbanden. De algemene trend is dat grotere bedrijven het moeilijk hebben. Projectmatig samenwerken van grotere met kleinere bedrijven verhoogd de flexibiliteit , innovatie en wendbaarheid. Samenwerken door kleinere bedrijven onderling verhoogd de kansen op het verwerven van grotere opdrachten en biedt risicospreiding.
Tenslotte droom ik dat de overheidsplannen tot inbesteden van de schoonmaak snel van de baan zijn. Dit voornemen is namelijk een vreemde beweging, die ik absoluut niet begrijp. Het staat haaks op de wens van de overhead om lean and mean te opereren. Het frustreert de schoonmaakondernemers. In het algemeen verwacht ik verder op de middellange termijn een positieve ontwikkeling, vooral bij de kleinere schoonmaakondernemingen, waarbij, ik kan het niet genoeg benadrukken, samenwerking het toverwoord is.”
Andreas van Wagenberg
Andreas van Wagenberg is een autoriteit op het gebied van het facilitair management. Menig publicatie/onderzoek van hem wordt wereldwijd als waardevol beschouwd. Van Wagenberg was van 2000-2009 bijzonder hoogleraar facility management aan de Universiteit van Wageningen en lid van de Europese FM Association. Momenteel is van Wagenberg verbonden als hoofddocent aan het Studiecentrum van Bedrijf en Overheid en directeur/eigenaar van OHE (Office for Human Environments), een bureau wat zich bezig houdt met projecten om de wisselwerking tussen klanten en hun facilitaire omgeving te verbeteren.
“De toekomst van de schoonmaak branche; het ideaalbeeld van een onderzoeker, opleider en bestuurder van facility management”
De afgelopen maanden waren door de schoonmaakstaking geen pretje voor treinreizigers zoals ik. Het is helaas zo dat aan het einde van iedere dag bijna alle ruimten waarin intensief werd gewerkt, gewinkeld of gereisd vuil zijn. Een dag niet schoonmaken leidt tot een gore trein en vies station. Een keer ben ik zelf gaan opruimen. De reizigers en werkers verwachten, zonder er bij na te denken dat al die ruimten ’s ochtends weer ‘fris en schoon’ zijn.
Mijn collega’s, de facility managers, houden zich beroepsmatig bezig met ‘fris en schoon’. De ervaring heeft hen geleerd dat ‘vies’ de nodige emotie oproept. Schoon is belangrijk voor de tevredenheid van hun klanten in en van buiten de organisatie. Het kost echter geld en dat willen hun directeuren uitgeven aan de core business of wel het werk waarvoor hun organisatie staat. ‘Schoon’ dient daarom beargumenteerd te worden en wat schoon is verschilt om die reden per ruimte. Facility managers zorgen ervoor dat iedere ruimte voor de prijs die ervoor staat precies zo schoon is als afgesproken. Zij maken daarbij gebruik van de diensten van schoonmaakbedrijven. Zij zijn daardoor afhankelijk van wat de markt hen aan schoon biedt.
Hun echte wens, vermoed ik, is dat alle ruimte die zij voor hun organisatie huren schoon wordt opgeleverd en daarna schoon blijft op het contractueel vastgelegde niveau. Mijn droom is dat schoonmaakbedrijven over vijf jaar intensief samenwerken met de verhuurders van ruimten en dat vanaf de eerste dag van de huurtermijn het overeengekomen niveau van ‘schoon’ door hen wordt opgeleverd en gehandhaafd. Daarnaast droom ik dat deze samenwerking leidt tot respect voor het vak van schoonmaker en voor hen tot maatschappelijk aanvaardbare arbeidsvoorwaarden. En mijn trein? Die is over 5 jaar schoner omdat de NS inmiddels begrepen heeft dat een gore trein tot maatschappelijke onrust en minder reizigers leidt. Dat is een les voor de NS directie en wellicht voor genoemde verhuurders ”
Ton Heerts
Ton Heerts is sinds 2013 voorzitter van FNV. Van 1993-2000 was hij overigens lid van het algemeen bestuur van collega-bond CNV . Namens de PvdA maakte Heerts van 2006-2010 van de Tweede Kamer fractie. Een fameuze uitspraak van Heerts luidt: “FNV is een mooie rode organisatie maar kan hier en daar best wel een legergroene generaal gebruiken“. Hiermee doelend op zijn periode bij de Koninklijke Marechaussee en zijn voormalig voorzitterschap bij de Algemene Federatie van Militair Personeel. Naast zijn functie als voorzitter van FNV heeft Heerts nog diverse nevenfuncties: van lid van de Sociaal Economische Raad (SER) tot voorzitter van voetbalvereniging Apeldoornse Boys. Hij is bovendien een fervent fan van FC Twente.
“Naar boven op de schoonmaakladder”
“Iedereen droomt wel eens; over vakantie, over alledaagse dingen of misschien wel een uitdagende, interessante en goed betaalde baan. Schoonmakers in Nederland dromen daar al jaren van. Een baan waarin ze worden gezien als volwaardige collega’s bij het bedrijf waar ze werken, een baan waar ze hun gezin van kunnen onderhouden en een baan waar ze trots op kunnen zijn, in een professionele sector. Dingen die [voor iedereen gelden en] voor velen in Nederland gelukkig al dagelijkse realiteit zijn. Maar voor schoonmaker bleef dit jarenlang een onhaalbare droom. Onlangs stemden zij na 10 weken staken in met een nieuw cao-akkoord. En diegenen die ik sprak vertelden me dat ze blij zijn dat ze hun vak weer kunnen uitoefenen, blij dat er een acceptabele oplossing is gevonden, blij dat ze er in drie jaar 6,6 procent meer loon bij krijgen en dat ze niet meer gestraft worden als ze ziek zijn. Hele normale, menselijke arbeidsvoorwaarden dus. Ik ben trots op diegenen die zich daar voor ingezet hebben. Maar ik besef me terdege dat er nog een lange weg te gaan is. Maar de eerste stappen zijn nu gezet, met dank aan vele mensen die lef toonden. Mensen die hebben laten zien dat schoonmaken vakmanschap is. Die stappen op de ladder van werknemersland hebben gezet en samen met mij dromen om die weg naar boven voort te zetten.”
Ton Funke Küpper
Ton Funke Küpper was jarenlang directievoorzitter van Cemsto, het bekendste schoonmaakmerk in Nederland, welke zich ontwikkelde tot Hodon Group Int. en later opgegaan is in ISS.
Daarnaast was Funke Küpper oprichter van OSB waar hij tot 1983 voorzitter was. Ook was Funke Küpper mede oprichter van de World Federation Building Service Contractors (WFBSC) waarvan hij 2e president was en later tot honorary president benoemd werd. Bij zijn vertrek als voorzitter OSB werd Funke Küpper onderscheiden tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, hiertoe gezamenlijk voorgedragen door werkgevers- en werknemers organisaties. Op inmiddels 85-jarige leeftijd heeft Funke Küpper niets van zijn charisma en scherpe geest verloren. Van zijn humor overigens ook niet. In plaats van ‘I have a dream’ spreekt de oud-voorzitter over ‘I had a dream’. Op de foto Ton Funke Küpper tijdens de opening van het WFBSC Congres in 1983 in de RAI Amsterdam.
“Verantwoordelijk aanbesteden in de praktijk de norm”
“In 1983, bij mijn afscheid na 13 jaar als voorzitter van OSB, waren we al ver op weg een gerespecteerde, professionele bedrijfstak te worden met ruim 500 leden-bedrijven en ongeveer 150.000 medewerkers. Moderne werkmethoden en goed ontwikkelde hulpmiddelen maakten het werk ergonomisch aantrekkelijker. ’s Werelds grootste internationale beurs INTERCLEAN Amsterdam maakte dit iedere 2 jaar zichtbaar. Twee keer vond er zelfs een Wereld Congres van de WFBSC in Amsterdam plaats, waarvan schoonmaakwerkgevers uit 17 landen lid waren. Bij het Bouwcentrum Rotterdam liepen degelijke opleidingen voor midden- en hoger kader.
De Stichting RAS zorgde voor gestructureerde praktijklessen aan uitvoerend personeel, met een vakdiploma tot slot. Gesteund door de vakbonden, met wie OSB een respectvolle relatie onderhield en regelmatig onderhandelde over een fatsoenlijk arbeidsvoorwaarden pakket. Calculaties voor contracten waren gebaseerd op efficiënte uitvoering, van reële prestaties van schoonmaakmedewerkers. Bij overheid, bedrijfsleven en zelfs de gezondheidszorg werd uitbesteden aan een professioneel schoonmaakbedrijf de norm. Je kon op verjaardagen zonder blozen vertellen dat je bij een schoonmaakbedrijf werkte. My dream came true….zo leek het.
Toch verschenen er aan de verre horizon enkele donkere wolken, waartegen ik in mijn afscheidsrede als OSB voorzitter waarschuwde. De markt raakte verzadigd en er ontstond een verdringingsconcurrentie. Zolang dat op basis van onderscheidende kwaliteit en service gebeurde, geen probleem; hield iedereen scherp. Maar al gauw ging het alleen nog om de laagste prijs. Contractduur werd steeds korter, her-aanbestedingen aan de lopende band tegen telkens (sterk) dalende prijzen. Ter zake onkundige inkopers vervingen gekwalificeerde facility managers, want opdrachtgevers roken geld, aangemoedigd door zogenaamde makelaars.
Omzet verwerven, marktaandeel vergroten of angst om omzet te verliezen joeg bij menig schoonmaakondernemer het hoofd op hol. Personeel klaagde terecht respectloos te worden uitgebuit, vakbonden kwaad en stakingen als gevolg .De NS schrapte treinen, want te vuil. Negatieve media aandacht. Het ergste: het huidig regeerakkoord heeft het weer inbesteden van schoonmaak van de overheidsgebouwen als doel opgenomen. De schoonmaker als ambtenaar, terug bij af?
Er is een lichtpunt: de Code Verantwoordelijk Marktgedrag waaraan aan vele grote opdrachtgevers en ook ondernemers zich gecommitteerd hebben. My dream is nu: verantwoordelijk aanbesteden de norm. Niet alleen op papier maar vooral ook in de praktijk!”
Slotconclusie
Bij sommige dromen voert de retoriek nog een beetje teveel de boventoon, maar in het algemeen kunnen we vaststellen dat de schoonmaaksector een belangrijke koerswijziging in gang heeft gezet. En ook, met vallen en opstaan, de brede maatschappelijke erkenning aan het bewerkstelligen is die het verdient.
Door de langdurige staking in 2012 en onder aanvoering van de Code maar ook door de niet aflatende inspanningen van OSB en SieV! vindt er een verschuiving plaats van goedkoop naar duurzaamheid, van verdringingsconcurrentie zonder onderscheidend vermogen naar verantwoordelijk aanbesteden. Dit alles in samenhang met het meer respectvol omgaan met de schoonmaakmedewerkers. Deze ingeslagen weg zal gevolgd moeten blijven worden.
Schoonmaakbedrijven kunnen dit niet alleen en hebben begrip en support nodig vanuit opdrachtgeverszijde, de wat minder economische tijden ten spijt. Juist gelet op de positieve ontwikkelingen binnen de schoonmaaksector zal de Rijksoverheid vooralsnog moeten afzien van haar voornemen tot inbesteden van de schoonmaak van haar gebouwen. Vertrouw op de expertise en het nieuwe elan van de branche!
Er dient voor gewaakt te worden dat allerlei creatieve en innovatieve contractvormen niet de nieuwe donkere wolken worden die in de horizon verschijnen. De schoonmaakbranche zal zich dit ernstig moeten realiseren, want alle positieve ontwikkelingen die in gang gezet zijn brengen een groot risico met zich mee. Slaagt de branche er niet in hieraan concreet invulling te (blijven) geven dan is het hek van de dam.
Uw redacteur is echter vol vertrouwen dat van dit laatste geen sprake zal zijn en er voor de schoonmaak een stralende en respectvolle toekomst is weg gelegd. Als fan van John Lennon sluit hij af met de quote: “You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one. I hope someday you'll join us. And the world will live as one.”