Uit het recentelijk gepubliceerde jaarverslag 2018 van Inspectie SZW (ISZW) blijkt dat er nog steeds structureel misstanden plaatsvinden in de schoonmaakbranche. Ook leden van brancheorganisaties OSB en SieV blijken volgens de inspectiedienst de regels te overtreden, ondanks het (verplichte) Keurmerk.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
ISZW stelt dat behalve uit zelfstandigen, de schoonmaaksector ook bestaat uit een groot aantal schoonmaakbedrijven. In de schoonmaaksector bestaan volgens deze inspectiedienst structureel misstanden op het gebied van eerlijke en veilige werkomstandigheden. Er is naar hun bevindingen sprake van laaggeschoolde arbeid en werknemers die de Nederlandse taal maar beperkt beheersen. De grootste risico’s liggen op het vlak van onderbetaling, illegale tewerkstelling, fiscale en sociale zekerheidsfraude, schijnconstructies, fictieve dienstverbanden en overschrijding van arbeidstijden, zo blijkt uit het jaarverslag.
Meest schrijnende gevallen
Wij vroegen aan ISZW om een (geanonimiseerd) overzicht van de meest schrijnende gevallen, dit om de genoemde misstanden concreter te maken. De woordvoerder liet ons echter weten: “We gaan geen meest schrijnende gevallen meedelen. Onze bevindingen zijn onderbetaling, te lange werktijden en te hoge arbeidsbelasting (zwaar werk). Overtreding van Wml (Wet minimumloon) en de Atw (Arbeidstijdenwet) zijn voor ons in alle gevallen schrijnend.”
Schoonmaak = risicobranche
Uit de integrale risicoanalyse van de Inspectie blijkt in welke sectoren risico’s op zowel slechte arbeidsomstandigheden als arbeidsmarktfraude cumuleren. De Inspectie brengt sectoren waar de kans op arbeidsrisico’s en de maatschappelijke schade het grootst is onder in een zogenoemd sectorprogramma. Vooral arbeidsintensieve sectoren met veel laagbetaalde arbeid, een grote schil met flexibele arbeid en veel arbeidsmigranten krijgen extra aandacht, waarbij de aanpak van notoire overtreders en misstanden en het beschermen van kwetsbare groepen voorop staat. De sectoren die hierbij genoemd worden zijn naast de Schoonmaak onder meer: Bouw en Infra, Metaal, Uitzendbureaus, Horeca & Detailhandel, Zorg en Welzijn.
Volgens ISZW vormen de schoonmakers een kwetsbare groep medewerkers. De inspectie ontving naar haar zeggen veel meldingen over oneerlijk werk c.q. slechte arbeidsomstandigheden binnen de schoonmaaksector. Met behulp van het Interventieteam Schoonmaak, bestaande uit Belastingdienst, UWV en IND, heeft zij gerichte acties opgezet welke, naast aandacht van de media, geleid hebben tot een efficiënte aanpak en een groot uitstralingseffect, zo vermeld het jaarverslag.
Ook zondaars onder leden OSB en SieV
Uiteraard waren wij benieuwd in hoeverre ook OSB en/of SieV leden zondigen tegen de regels. Helaas is dit het geval, zij het in beperkte mate, Woordvoerder ISZW: “In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat we tijdens onze controles ook bedrijven inspecteren die lid zijn van OSB en/of SieV en we ook daar overtredingen constateren. Wel is het zo dat het aantal overtredingen bij ‘leden’ minder is dan bij niet-leden.”
Het jaarverslag vermeld dat een belangrijk probleem in de schoonmaak de aanbesteding betreft tegen te slechte condities. De goede invloed op verandering hierin schuilt in de invoering van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. De ISZW dicht zichzelf een belangrijke rol bij het realiseren van het aantal bedrijven die de Code ondertekenen: “in 2018 heeft een aantal grote opdrachtgevers de Code ondertekend, mede door druk van het (ISZW) programma schoonmaak.”
Meer weten over de Code? Beluister de Clean Totaal Podcast waar Kees Blokland in gesprek gaat met Ruben Lijzenga: Nut en noodzaak Code Schoonmaak bewezen?
Inbesteden schoonmaak bij fastfood, meer loos bij hotels
In het jaarverslag gaat de inspectiedienst met name verder in op specifiek de omstandigheden aangaande de schoonmaak in de hotel- en horeca sector, waarbij in het bijzonder de hotelsector het moet ontgelden. Wat horeca betreft, schoonmaak en afwassers, stelt ISZW dat haar acties er debet aan zijn dat diverse fastfoodvestigingen de schoonmaak weer in eigen beheer zijn gaan uitvoeren. Hierbij is het overigens nog maar de vraag in hoeverre het inbesteden leidt tot betere omstandigheden.
In de hotelsector wordt het minimumloon ontdoken door het toepassen van een vergoeding per kamer. Maar er blijkt bij de circa 25 geïnspecteerde hotels binnen de grote steden, met het zwaartepunt in Amsterdam, meer loos te zijn. Intimidatie, illegaliteit, zeer hoge werkdruk en overtreden van de Arbeidstijdenwet zijn hiervan enkele voorbeelden, zo vermeld het jaarverslag.
Onderaanneming en glasbewassing vragen aandacht
Bij onderaanneming is de Inspectie extra alert, de ervaring leert hen dat de marges dan nog meer onder druk staan. Geconstateerd wordt dat uren niet betaald worden en dat betalingen van slechts vijf euro per uur voorkomen. Ook de psychische arbeidsbelasting is volgens het jaarverslag nogal eens hoog: “We zien schoonmakers die onder druk worden gezet tot aan ernstige bedreigingen, mishandelingen en discriminatie toe.”
Binnen de glasbewassing houdt de Inspectie SZW zich vooralsnog bezig met de misstanden in de glasbewassing bij particuliere huishoudens
SieV benadrukt belang brancheorganisatie
SieV stelt dat de inhoud van het rapport niet direct van toepassing is op haar branchevereniging omdat zij, voor zover bekend, geen leden hebben die in de hotelschoonmaak en/of glasbewassing bij particulieren actief zijn. Voorzitter Maurice Rutgrink zegt in algemene zin: “Het is niet goed voor onze branche als opdrachtgevers door wantoestanden in de branche (inzet illegalen) ervoor kiezen om schoonmaak in eigen beheer uit te gaan voeren. Als branchevereniging zijnde moeten we opdrachtgevers ervan overtuigen dat ze voor een schoonmaakbedrijf kiest die aangesloten is bij een branchevereniging (SieV), de Code ondertekend heeft en in het bezit is van het SieV Keurmerk. Zodoende weet de opdrachtgever dat ze zaken doen met een schoonmaakbedrijf die zich aan de CAO houdt.” Het woord ondertekenen is in dit statement zeer opvallend. Immers verplicht het SieV Keurmerk alleen het onderschrijven van de Code en niet het ondertekenen ervan.
Voorts juicht de voorzitter het toe dat wantoestanden bestreden worden om oneerlijke concurrentie tegen te gaan: “We zouden graag zien dat ze (ISZW red.) ook specifiek kijken naar bedrijven die niet ingeschreven staan als schoonmaakbedrijf maar wel schoonmaakactiviteiten uitvoeren en niet onder de schoonmaak cao vallen en deze cao niet toepassen.”
OSB: “Goeden lijden onder de kwaden”
Werkgeversorganisatie OSB plaatste eerder al een reactie op het jaarverslag op haar website. Hierin geeft zij aan dat de Inspectie en OSB regelmatig met elkaar in gesprek zijn over en het belang van de gerichte controles, de communicatie daarover en over de preventieve maatregelen. De brancheorganisatie roept voorts op om waakzaam te blijven en alleen zaken te doen met schoonmaakbedrijven die beschikken over een volwaardig kwalitatief OSB Keurmerk. Inhoudelijk zegt OSB directeur Hanny van den Berg: “De Inspectie heeft de taak vingers op zere plekken te leggen. Dat doet ze ook. In het jaarverslag over 2018 constateert ze – helaas – dat de misstanden nog niet overal tot het verleden behoren. Die schaden het aanzien van de sector en moeten bestreden worden, vindt OSB, omdat de goeden onder de kwaden lijden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de in het rapport genoemde hotelschoonmaak, waar ook OSB-leden geregeld te maken krijgen met ongewenst gedrag van andere schoonmaakbedrijven. Veilig werken en arbeidsvoorwaarden conform de cao moeten in de schoonmaakbranche de norm zijn. Vandaar ook het strenge OSB-Keurmerk waar leden aan moeten voldoen.”
De OSB-directeur benadrukt dat dit ook waardevol is voor opdrachtgevers, zoals in het kader van de ketenaansprakelijkheid. Naar haar mening is bij een OSB-lid duidelijk waaraan het ingeschakelde schoonmaakbedrijf voldoet, namelijk het OSB-keurmerk. “Het is belangrijk dat ook opdrachtgevers het belang van goed werkgeverschap inzien en dit laten meewegen bij de keuze van een schoonmaakbedrijf. Preventie is altijd beter dan achteraf corrigeren. OSB is blij dat de Inspectie SZW hierin samen met OSB als branchevereniging wil optrekken. Verantwoordelijk marktgedrag moet de norm zijn van een zichzelf respecterende sector,” sluit Van den Berg af.
Goede bedoelingen
De goede bedoelingen van beide branche organisaties laat helaas onverlet dat Inspectie SZW concludeert dat zich onder de overtreders ook OSB- en SieV-leden bevinden, zodat ook een Keurmerk vooralsnog klaarblijkelijk geen afdoende garantie biedt.