Door het wegvallen van de inleerschalen in de nieuwe schoonmaak cao ontstaat per 1 januari 2018 de situatie welke het voor schoonmaakbedrijven interessant maakt om in de periode 1 juli 2017 t/m 31 december 2017 geen vast personeel in dienst te nemen.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Een opvallende conclusie in een tijd waarin door sociale partners ingezet wordt op zoveel mogelijk vaste arbeidsplaatsen. Of wel, er is sprake van een overgangsprobleempje volgens OSB.
Wat is er aan de hand?
Het wegvallen van de inleerschalen in de nieuwe cao leidt tot de volgende situatie:
Vakvolwassen medewerkers met een dienstverband korter dan 2 jaar, eventueel in bezit van basisdiploma, hebben per 1-7-2017 recht op een basisuurloon van € 11,58.
- Per 1-1-2018 geldt echter een lager uurloon, namelijk € 11,27 (2 jaar ervaring ) c.q. € 10,89 (1 jaar ervaring)
- Bij 3 jaar ervaring is werkgever verplicht om een toeslag te betalen over het verschil van 0,05 cent per gewerkt uur
- Bij 4 jaar ervaring is werkgever verplicht om een toeslag te betalen van 0,43 cent per gewerkt uur.
Met andere woorden, als het schoonmaakbedrijf een medewerker in de periode tussen 1 juli en 31 december 2017 in dienst neemt dan is de werkgever eraan gehouden het hogere uurloon ook na 1 januari 2018 te blijven betalen. Terug zetten in loon is namelijk niet toegestaan.
Scheefgroei
Deze scheefgroei in het uurloon verleidde een schoonmaakbedrijf om ons de volgende reactie toe te zenden:
Het is voor het schoonmaakbedrijf niet rendabel om mensen aan te nemen vanaf 1-7-2017 tot 31-12-2017 via de eigen loonlijst. Payroll is in deze aan te bevelen om scheefgroei in het uurloon te voorkomen.
Medewerkers met dienstverband korter dan 1,5 jaar krijgen naar onze mening in de nieuwe CAO bijna 2 dienstjaren cadeau vanaf 1-1-2018. De nieuwe regeling per 1-1-2018 werkt mogelijke fraude in de hand en zal bij overnameverplichtingen tot onnodige vertraging gaan leiden . Dit in verband met verrekeningen van opgebouwde tegoeden en vakantiegeld i.v.m . facturatie over en weer tussen de wervende en verliezende partij.
Wij legden deze reactie voor aan CNV Vakmensen en OSB, aangezien zij mede aan de basis stonden bij het tot stand komen van de nieuw schoonmaak cao.
Niemand in dienst nemen
Bestuurder Jan Kampherbeek laat ons namens CNV Vakmensen weten dat de redenering van het schoonmaakbedrijf aardig klopt: “Alleen is de oplossing niet mensen via payroll (=uitzendwerk) in dienst nemen, want die jaren tellen gewoon mee, maar gewoon niemand in dienst nemen in die tijd.
Of iedereen maar een half jaar contract geven en dan niet verlengen. Dat zien we nu ook gebeuren. Na een jaar krijgen mensen geen verlenging en worden er weer mensen aangenomen in de aanloopschaal. Er zijn dus altijd bedrijven die voor het goedkoopste gaan. Er zijn zelfs mensen die de klant verwijten voor het goedkoopste te gaan en dat zelf ook doen. Hoe een bedrijf dan kwaliteit wil leveren is dan natuurlijk een vraag.”
Negatieve modus
Ook kan Kampherbeek zich niet vinden in de opmerking aangaande het cadeau krijgen van twee dienstjaren. Hij stelt dat dit teveel uitgaat van een negatieve modus: “ Mensen krijgen gewoon waar ze onder het huidige loongebouw recht op hebben. Als werkgevers redeneren dat het ook goedkoper kan omdat we een netter loongebouw maken dan zal dat inderdaad wel discussie opleveren. Als men netjes doet wat er beoogd is niet.”
Kaf van het koren scheiden
Kampherbeek merkt nog op dat dergelijke overgangen wel verder een beetje het kaf van het koren scheiden: “Voor ons wel prima in een tijd waarin de krapte zich ook in de schoonmaak laat voelen”.
Overgangsprobleem
Werkgeversorganisatie OSB stelt dat invoering van nieuwe regelingen als gevolg van cao-afspraken altijd overgangsproblemen met zich mee brengt: “Dat geldt ook voor de invoering van het nieuwe loongebouw (per 1-1-2018). Dat begrijpen wij natuurlijk. Daarover communiceren we dan ook actief met onze leden én met SIEV.”
Meer inhoudelijk stelt OSB dat bij een overgangsregeling voor een nieuw loongebouw het gebruikelijk is dat zittende medewerkers inderdaad hun rechten behouden en dus niet achteruitgaan in loon: “ Dat loon hebben ze immers al. Dat zit dat ook al in de totale kosten van het bedrijf.”
Na drie jaar opgelost
OSB zegt voorts dat voor alle zittende werknemers op de peildatum van 31 december 2017 wordt bekeken wat hun op dat moment geldende loon is en dat wordt vergeleken met het loon wat ze zouden krijgen op basis van het nieuwe loongebouw per 1 januari 2018: “Bij de werknemers met een hoger salaris wordt het verschil in een overgangstoeslag gezet. Die is natuurlijk tijdelijk en wordt met het stijgen van de dienstjaren ingelopen. Na pakweg drie jaar zal de overgangstoeslag zijn verdwenen.”
Tenslotte laat OSB weten dat medewerkers die in 2017 in de inleerschaal worden aangenomen per 1 januari 2018 zonder problemen kunnen instromen in het nieuwe loongebouw. Tja, dat haalt je de koekoek, maar dit statement gaat voorbij aan de financiële aspecten.
Pro actief
Het zou partijen gesierd hebben dit zogeheten overgangsprobleem al eerder en op een transparante manier richting de werkgevers gecommuniceerd te hebben.