Dit betreft een uitspraak van september 2016 van de Kantonrechter Almelo over loonopschorting tijdens ziekte van een schoonmaker. De rechter heeft bepaald dat een brief met alleen de vermelding van wetsartikelen, zonder te waarschuwen dat het loon zal worden stopgezet indien werkneemster niet aan haar re-integratieverplichtingen zou gaan voldoen, niet voldoet aan de wet. De rechter wijst daarom de loonvordering van de schoonmaker toe.
Praktijkadvies
Deze zaak leert ons dat als er disciplinaire maatregelen in de loonsfeer worden genomen, de inhoud van de brieven zorgvuldig moet worden gemotiveerd zodat de werknemer wéét waarvoor hij gestraft wordt en tot herstel van zijn fout kan overgaan om zijn schade te beperken. Een abonnement op een juridische helpdesk met rechtsbijstand speciaal voor de schoonmaakbranche kan deze fouten voorkomen.
Casus
Werkneemster is sinds 1 september 2015 bij werkgeefster in dienst in de functie van Medewerker schoonmaak. Met ingang van 25 april 2016 heeft werkgeefster de loondoorbetaling gestopt, omdat werkneemster niet aan haar re-integratieverplichtingen voldoet. Werkneemster is het hier niet mee eens en vordert betaling van achterstallig loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgeefster heeft gesteld dat zij bij brief van 20 april 2016 de loonstop heeft aangekondigd. Echter werkgeefster heeft volstaan met het vermelden van wetsartikelen en heeft in de brief niet gewaarschuwd dat het loon zal worden stopgezet indien werkneemster niet aan haar re-integratieverplichtingen zou gaan voldoen. Het enkele vermelden van wetsartikelen is niet toereikend. Ook is niet voorafgaande aan de loonstop een (schriftelijke) waarschuwing gegeven.
Werkgeefster heeft na haar schrijven van 20 april 2016 vervolgens bij brief van 26 april 2016 aan werkneemster laten weten dat de loonbetaling met ingang van 25 april 2016 was stopgezet. Niet gesteld of gebleken is dat werkgeefster werkneemster onverwijld ervan in kennis gesteld heeft dat zij de betaling van het loon zal opschorten en waarom. Reeds op deze grond dient het beroep van werkgeefster op stopzetting van de loonbetalingsverplichting te worden verworpen. Het verweer van werkgeefster dat werkneemster onvoldoende heeft meegewerkt aan haar re-integratieverplichtingen, kan dan ook verder onbesproken blijven. Werkgeefster wordt veroordeeld tot betaling van het achterstallig salaris.
Vragen of meer weten over dit onderwerp? Mail dan naar de juridische experts voor de schoonmaakbranche: hvercammen@thelegalcompany.nl of wsalle@thelegalcompany.nl