Na een kwart eeuw heeft Ruud Heeringa het roer van Hectas Bedrijfsdiensten C.V. overgedragen aan Harm Verbeek. Tijd voor een terugblik op een boeiende maar ook moeilijke branche en de situatie zoals deze nu is, mét natuurlijk een vooruitblik over de ontwikkelingen daarin.
De afgelopen jaren heeft Heeringa (links op de foto) de schoonmaakbranche ingrijpend zien veranderen. “Het speelveld is harder geworden. Er moeten steeds meer vierkante meters gemaakt worden tegen minder kosten. Efficiëntie is op zich niet slecht, maar je kunt doorschieten. Een belangrijke oorzaak is dat de schoonmaakbranche slecht heeft ingespeeld op Europese aanbestedingen. Schoonmaak is en blijft vooral mensenwerk. Vroeger ging het om de relatie tussen de opdrachtgever en het schoonmaakbedrijf. Als die goed was, kon je zowat eeuwig bij dat bedrijf blijven werken. Nu is deze situatie deels ingrijpend veranderd.”
Dubieuze rol adviesbureaus
Heeringa: “Omdat er een veel grotere afstand is tussen schoonmaakbedrijf en opdrachtgever, is de binding verdwenen. Keuze voor een schoonmaakbedrijf is vooral een centenkwestie geworden, dus het schoonmaakbedrijf met de laagste prijs wint. Bovendien is er een grote rol weggelegd voor adviesbureaus. In deze bureaus zit een groot kwaliteitsverschil. Ik zeg wel eens gekscherend ‘een drol met slagroom is nog geen moorkop’. Er zijn heel goede bureaus maar een deel heeft maar één doel: ten koste van alles en iedereen de eigen omzet veiligstellen. De concurrentie onder de adviesbureaus wordt alsmaar groter, waardoor zij meer dan voorheen geneigd zijn mee te denken met de aanbestedende partij. En dus meegaan in de vraag naar meer voor minder.. De invloed van de adviesbureaus is alleen maar toegenomen en helaas gaat men daar niet altijd goed mee om. Er moet veel meer gedacht worden in gezamenlijke belangen en bieden van continuïteit. Het huidige beeld spreekt dit meer en meer tegen.”
Ontwikkelingen
Harm Verbeek moet de komende jaren Hectas op koers houden. “Wij zien een paar ontwikkelingen die invloed hebben op onze branche. De eerste ontwikkeling is dat steeds meer bedrijven de inkoop duurzaam willen invullen. Het MVO gedachtegoed krijgt steeds meer vorm binnen het totale bedrijfsleven. Dit betekent dat je als organisatie hier antwoord op moet bieden. Investeren in mensen vinden wij hierbij, als people organisatie, een belangrijke succes, maar ook kritische factor. De ambitie is om van Hectas niet de grootste maar wel de beste te maken. Dit streven levert wel eens wrijving op met de systematiek van een andere ontwikkeling; de Europese aanbestedingen. Hierbij krijgt en neemt de factor prijs steeds vaker de overhand. Dat brengt met zich mee dat werknemers uiteindelijk de klos zijn: de man op de vloer moet steeds meer doen in minder tijd. Daarom laten we wel eens inschrijvingen aan ons voorbij gaan. Wij willen geen roofbouw plegen op onze mensen.”
Niet inschrijven
“Helaas zal de branche altijd te maken houden met bedrijven die verliesgevend inschrijven om hun marktaandeel te behouden” zo stelt Verbeek vast. “Hectas kiest bewust voor een groter marktaandeel in de MKB-markt. Mijn streven is om binnen Hectas de oriëntatie op kwaliteit, op de relatie met de klant en op de workability van de medewerkers te vergroten. We gaan extra inzetten op direct sales, met name gericht op marktsegmenten waar de aanbestedingsregels niet van toepassing zijn. Daar kan je nog een relatie opbouwen met de klant. Onze ambities zijn primair gericht op goed presteren, rust op de werkvloer en gemotiveerde medewerkers die vakkundig en met plezier hun werk doen.”
Toekomst
Natuurlijk is Clean Totaal benieuwd naar nog andere zaken die Verbeek voor Hectas in petto heeft, maar daarover is hij zwijgzaam. “Ik ben hier nu nog maar pas begonnen en kom uit een geheel andere branche. De afgelopen maand heb ik gebruikt om mijzelf in mijn nieuwe werkveld te verdiepen. Ik heb met veel mensen gepraat binnen Hectas, ook over de nieuwe koers die we gaan varen. Vanzelfsprekend ga ik onze marktbenadering voor de komende jaren nu niet in jullie blad uitvoerig uit de doeken doen. We blijven immers een commercieel bedrijf en de collega’s luisteren mee. Die moeten hun eigen plan trekken en hun beleid ontwikkelen. Daar hebben ze ons niet voor nodig.” Is dit niet een indicatie dat het met samenwerking in de branche slecht gesteld is? Heeringa: “Dat is traditioneel altijd al zo geweest en ik zie niet dat dit in de toekomst gaat veranderen.” Verbeek vult aan: “Je kunt bedrijven niet dwingen tot samenwerking, zoiets groeit misschien door omstandigheden. Als werknemersprotesten schering en inslag worden, zal de wal het schip misschien keren en zullen zowel de branche als de opdrachtgevers zich beraden over de toekomst. Vooralsnog lijkt dat nu nog niet het geval.”