Het UWV meldt dat de krapte alsmaar breder uitwaaiert over de arbeidsmarkt. In steeds meer beroepsgroepen melden werkgevers een tekort aan geschikt personeel. Er is in onze branche vooral tekort aan gespecialiseerd personeel.
Volgens de arbeidsinstantie ervaart maar liefst drie op de tien bedrijven in de schoonmaak belemmeringen vanwege een tekort aan personeel. De grootste wervingsproblemen hebben te maken met meer gespecialiseerde werkzaamheden. Zo zijn vacatures voor glazenwassers moeilijk te vervullen, maar ook vacatures voor industrieel reiniger of gevelreiniger.
Schoonmakers voor kantoren en gebouwen zijn ook moeilijk te vinden, maar omdat het vaak gaat om contracten met een beperkt aantal uur, is de impact minder groot. Wel is het zo dat de branche moet concurreren met andere branches. Mede daarom heeft brancheorganisatie OSB besloten om begin juli een arbeidsmarktcampagne te lanceren.
Praktijkoplossingen arbeidsmarktkrapte
Werkgevers zoeken naar manieren om vacatures toch vervuld te krijgen. Door intensiever te werven of de functie-eisen en arbeidsvoorwaarden aan te passen, is de oplossing soms snel gevonden. Als deze oplossingen niet afdoende zijn, zijn er globaal drie strategieën die werkgevers toepassen: ze kunnen een beroep doen op nieuw talent van binnen of buiten de organisatie, werkprocessen anders organiseren of trachten huidig personeel langer vast te houden door ze te binden en te boeien. UWV inventariseerde in totaal 24 oplossingen die werkgevers in de praktijk toepassen, waaronder een oplossing van Bottinga Multi Cleaning die een landelijke opdracht vervult met hulp van collega-schoonmaakbedrijven.
“Aantrekken van talent is belangrijk, maar het vasthouden daarvan evenzeer”, zegt Mechelien van der Aalst, arbeidsmarktadviseur van UWV. “En soms kan het helpen om bijvoorbeeld taken anders te verdelen. Het komt aan op creativiteit en investeren – want bij dit soort oplossingen heb je niet meteen morgen resultaat. Het gaat om de vraag of je als werkgever bereid bent te investeren in scholing en ontwikkeling, om jongeren te interesseren voor het vakmanschap of om te kijken naar werkdruk, arbeidsvoorwaarden, roosters, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid. Wat voor de ene werkgever aantrekkelijk en mogelijk is, hoeft dat voor de ander niet te zijn.”