Schoonmaakbedrijf Asito heeft maandag 28 mei 2018 het eerste exemplaar van het nieuwe witboek Inclusief Ondernemen uitgereikt aan Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tamara van Ark. In het witboek 2.0 staan talloze voorbeelden van een inclusieve arbeidsmarkt. Ook wordt er gepleit voor aanpassing van landelijk wet- en regelgeving.
“Op dit moment zorgt landelijk beleid ervoor dat slechts 17% van de werkgevers aan de slag zijn met inclusiviteit. Dit aandeel moet omhoog”, stelt specialist inclusiviteit bij Asito Leonore Nieuwmeijer. De maatschappelijke winst van een inclusieve arbeidsmarkt zou voor overheid en bedrijfsleven het vertrekpunt moeten zijn. “Maar op lokaal niveau ontstaat het probleem dat iedere gemeente eigen regelingen maakt. Daardoor moeten landelijke opererende organisaties ruim 350 aparte regelingen volgen wanneer ze iemand met afstand tot de arbeidsmarkt willen aannemen. Wanneer er uniforme landelijke regels zijn, zoals al met belastingen en uitkeringen het geval is, scheelt dit enorm in regeldruk en wordt de drempel verlaagd of zelfs compleet weggenomen.”
Hij is er! Het Witboek inclusief ondernemen 2.0! Prachtige verhalen van bijzondere collega’s. Download hem nu gratis; https://t.co/FJNgaVKUL9 pic.twitter.com/VK5LFbqctu
— Asito (@asito) May 28, 2018
Oplossing simpel: compenseer aan de bron
Volgens Nieuwmeijer is er een oplossing, deze zit voor een deel in het afschaffen van de loonkostensubsidie en is simpel: compenseer aan de bron door bij de werknemer de loonwaarde vast te stellen in plaats van achteraf te compenseren. Hierdoor kunnen bedrijven naar loonwaarde inhuren en salaris betalen en kan de overheid fors besparen op administratieve lasten en inkomen en uitkering in balans houden. Het voordeel kan vervolgens naar de werknemers vloeien. Het huidige voorstel voor loondispensatie gaat echter nog niet ver genoeg. Zaken als de kostendelersnorm, inkomenszekerheid en pensioenopbouw zijn nog onvoldoende uitgewerkt.
Heet hangijzer
Volgens Asito is het onderwerp is een heet hangijzer omdat gemeenten de uitvoering doen. Vooral vanuit full-time arbeidsplaatsen en sociale werkplaatsen is er belang om dit in stand te houden. In de praktijk blijkt echter dat bedrijven vaak meer part-time functies hebben. Daardoor is er minder urgentie voor de overheid, maar wel meer regeldruk voor werkgevers. Nieuwmeijer: “We moeten ons realiseren dat bedrijven heel graag willen. Maar als de ene gemeente netjes een voorschot geeft op de loonkostensubsidie en de andere pas na 8 maanden de loonwaarde compenseert en daarbij men verschillende vormen van bewijslast vraagt, dan begrijpt iedereen dat dit simpeler en goedkoper kan en dit voordeel naar de werknemers moet.”
Werken voor iedereen laten lonen
Door werken voor iedereen lonend te maken kunnen bijvoorbeeld ook mensen met een bijstandsuitkering worden beloond voor hun inzet. In de huidige regelgeving wordt hun inkomen bij part-time werk slechts aangevuld tot bijstandsniveau, terwijl full-timers hier wel bovenuit komen. Nieuwmeijer besluit: “Het is fantastisch dat mensen participeren, ondanks dat het ze niets extra oplevert. Maar het zou nog mooier zijn als we met elkaar laten zien dat werken loont vanaf het eerste uur. Op deze manier ontstaat vanzelf inclusiviteit en doet iedereen naar eigen kunnen mee.”
Witboek goed ontvangen
Uit de speech van staatssecretaris Van Ark kan gesteld worden dat het witboek Inclusief Ondernemen goed is ontvangen “Inspirerende voorbeelden als van Asito helpen absoluut om andere werkgevers over de streep te trekken. (…) En ik ben overtuigd van de kracht van eenvoud en eenduidigheid. Helaas schort daar nog veel aan. Momenteel lopen werkgevers tegen verschillende regels aan. Ik hoor dat in gesprekken ook vaak terug. Voor mij een reden om dat serieus te nemen en daarmee aan de slag te gaan. Ik ben bezig met, waar ik dat kan, regels vereenvoudigen. Met als uiteindelijk doel dat meer mensen die niet zo vanzelfsprekend worden aangenomen, een plek kunnen krijgen.”
Het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt inmiddels onder de loep genomen en deze wordt beter gemaakt om ervoor te zorgen dat er meer mensen aan het werk kunnen en ervoor te zorgen dat werk meer loon. “De doelstellingen staan bij veel mensen op het netvlies: werken moet lonen, meer mensen aan het werk. Het gaat om de waarde van aan de slag zijn.”