De Rechtbank Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een kort geding tussen Hilton Amsterdam en CSU Cleaning Services. CSU was van mening, omdat het schoonmaakcontract werd opgezegd en daardoor sprake zou zijn van inbesteding, dat de schoonmakers een nieuw contract aangeboden moeten krijgen. Op basis van de OSB-voorwaarden is dat het geval. Maar door de reden van de beëindiging: sterk teruggelopen kamerbezetting, is er geen sprake van inbesteding en zijn de medewerkers niet overnameplichtig.
De kwestie
Het zit als volgt: Sinds 2006 is CSU met 16 medewerkers verantwoordelijk voor het verrichten van schoonmaakdiensten voor Hilton Amsterdam. Het hotel heeft zelf 22 medewerkers in dienst voor het uitvoeren van schoonmaakdiensten. Op 14 mei 2020 heeft Hilton het contract beëindigd tegen 31 augustus 2020. Er ontstond discussie toen het Hilton aangaf dat CSU de medewerkers zelf zou kunnen herplaatsen. Het schoonmaakbedrijf was namelijk van mening dat Hilton zelf of het opvolgende schoonmaakbedrijf het schoonmaakpersoneel een arbeidsovereenkomst moest aanbieden.
Wel of geen inbesteding?
CSU stapte naar de rechter. Het schoonmaakbedrijf is van mening dat er per definitie sprake is van inbesteding als het hotel zelf gaan schoonmaken. Op dat moment gelden de afspraken die in de OSB-voorwaarden zijn vastgelegd. Oftewel: Hilton zou het schoonmakend personeel een contract moeten aanbieden of aanbieden bij het overnemende schoonmaakbedrijf. Hilten stelt echter dat de dienstverlening van CSU was gebaseerd op meerwerk. Dat door de coronacrisis overbodig geworden was.
Geen inbesteding: geen overnameplicht
De Amsterdamse rechtbank geeft Hilton uiteindelijk gelijk en stelt dat er geen overnameplicht is. “De medewerkers van CSU verrichtten voor het overgrote deel de werkzaamheden in de publieke ruimtes, waarvan de frequentie van de schoonmaak sterk is gedaald. Hilton heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een sterke teruggang in de kamerbezetting en benutting van de openbare ruimtes, zoals dat bij alle hotels (in het duurdere segment) in Amsterdam het geval is als gevolg van Covid-19. Het meerwerk, waarvoor CSU is ingeschakeld, is niet meer beschikbaar. Ook Hilton gaat dat werk niet verrichten. Van 48,6 fte per week aan benodigd schoonmaakpersoneel vóór Covid-19 heeft Hilton thans nog voor 19,4 fte aan schoonmaakpersoneel nodig. Het voorgaande brengt mee dat in dit geval niet kan worden gesproken van inbesteding.”
Nu er geen sprake is van inbesteding zijn de artikelen die CSU aanhaalde niet verder van toepassing en bestaat er geen overnameverplichting voor het personeel van CSU. Het schoonmaakbedrijf is in het ongelijk gesteld.
Onze vakpartner The Legal Company organiseert 24 sept a.s. de Masterclass Contractwisselingen in de Schoonmaak. Wilt u zich als schoonmaakondernemer optimaal voorbereiden op een krimpende schoonmaak markt en de komende contractswisselingen? Ga dan voor meer informatie en inschrijven naar: https://thelegalcompany.nl/contractwisselingen-in-de-schoonmaak/