Driekwart van de schoonmakers in Nederland vindt het leuk om in de schoonmaak te werken en is tevreden met hun werk. Dat blijkt uit een in oktober en november enquête gehouden door werkgeversorganisatie OSB. De schoonmakers die reageerden geven ook aan graag in de sector te blijven werken.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Respons
Samen met collega-brancheorganisatie SIEV werden de 125.000 schoonmakers, in de Nederlandse taal, naar hun mening gevraagd over essentiële zaken over hun werk. Vierduizend schoonmakers, oftewel drie à vier procent van het totaal aantal schoonmakers, vulden de vragenlijst in.
In vergelijking met de vorige enquête, gehouden in 2016, is de respons verdubbeld. Rond het aflopen van de cao polst OSB altijd via een uitgebreide enquête schoonmakers hoe zij hun werk ervaren. Het is een soort tegengewicht op de vele acties die de vakbonden (voornamelijk FNV) rondom deze tijd voeren.
Enkele veelzeggende percentages
Op de vraag hoeveel medewerkers, uit een gevarieerde leeftijdsgroep, een vaste aanstelling hebben, antwoordde 75% van de respondenten met een ja. Uit de reacties blijkt voorts een evenredige verdeling van minder dan 12 uur per week, tot 12-20, 20-28 en 28-38 uur.
Op de vraag of het schoonmaakwerk als leuk wordt ervaren, reageerde driekwart van de respondenten met ja, 22% gaf als antwoord soms en 3% antwoordde nee. Uit de bevraging blijkt ook dat veel schoonmakers graag blijven werken in de schoonmaak. 70% beantwoordde deze vraag met ja, 20% weet het niet en de overige 10% gaan liever buiten de branche aan de slag.
OSB tevreden met uitkomsten
“Het is goed om te constateren dat onze medewerkers het prettig vinden om in de schoonmaak te werken”, stelt OSB-directeur Hanny van den Berg vast. “De schoonmaak is één van de pijlers waarop onze arbeidsmarkt rust. Het uurloon in onze sector ligt ruim boven het minimumloon. Veel mensen vinden in de schoonmaak een zinvolle baan en kunnen zich er ook ontwikkelen, als ze dat ambiëren. Als werkgevers willen we die ontwikkeling ook mogelijk maken; die verantwoordelijkheid voelen we nadrukkelijk. Vergeet ook niet dat de schoonmaak voor een goede uitstraling van de BV Nederland zorgt.”
Meer facilitaire taken
Uit de enquête blijkt voorts veel van de schoonmakers het belangrijk vinden dat ze zich kunnen blijven ontwikkelen. De mogelijkheid om een overstap te maken naar een andere facilitaire sector, zoals de catering, beveiliging of groenvoorziening, blijkt zo’n 40% van de schoonmakers aan te spreken. “Die wens begrijpen we”, aldus Van den Berg. “Daarover praten we regelmatig met andere facilitaire brancheorganisaties, al zien we natuurlijk het liefst dat mensen zich in de schoonmaak blijven ontwikkelen.”
Gezond werken
Een ander serieus punt van aandacht dat uit de enquête naar voren komt, is gezond werken en het ‘goed de eindstreep halen’. Maar liefst zes op de tien respondenten uit zijn zorg hierover. De OSB-directeur hierover: “Schoonmaken is een fysiek vak, dat is duidelijk. Daarom voelen we als werkgevers, samen met opdrachtgevers, de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de belasting van schoonmakers acceptabel blijft. dat begint bij het aannemen van een opdracht en het vaststellen en het evalueren van het werk. Daarnaast hebben mensen natuurlijk zelf ook de verantwoordelijkheid voor hun gezondheid en welbevinden.”
cao akkoord
Werkgevers en vakbonden zijn in onderhandeling over een nieuwe cao schoonmaak. Streven is om voor het kerstreces tot een onderhandelingsakkoord te komen. Het lijkt daarom niet toevallig dat de resultaten uit deze enquête nu al grotendeels geopenbaard worden. Publicatie van de volledige resultaten volgt, na afstemming binnen OSB en met stakeholders en na een AVG-check, via de website van de grootste brancheorganisatie van de schoonmaak.