De volgende open brief ontving de redactie van FMN en FMGezondheidszorg:
Naarden, 17 januari2012
Struisvogelpolitiek in de Schoonmaakbranche
Alle goede bedoelingen van betrokken partijen ten spijt stevent Nederland weer af op een onrustige facilitaire lente. Daar waar we aan de vooravond van een zo noodzakelijke maatschappelijke, ecologische, economische en sociale reset staan, presteren volwassen partijen in de schoonmaakbranche het om voor de tweede keer binnen twee jaar rollebollend door het Nederlands polderlandschap te ploeteren. De media kijkt natuurlijk knuffelend toe en gooit er, sensatiebelust, maar al te graag een dik schuimende laag ‘perssop’ overheen.
De burgers en eindgebruikers zijn de dupe!
FNV Bondgenoten zou de schoonmakers ‘misbruiken’ om haar tanende machtspositie te herstellen. Het zou kunnen bestaan dat zo’n overweging meespeelt in de stakingsactie die FNV nu uitrolt. Toch twijfelen we sterk of zo’n verwijt terecht wordt toegerekend aan een partij die samen met CNV actief betrokken is in de commissie ‘verantwoordelijk marktgedrag’. Een commissie die ook verbetering van de arbeidsomstandigheden van de sociaal zwak gepositioneerde in onze samenleving nadrukkelijk voorstaat. FNV lijkt wat ongeduldig door onvoldoende begrip te tonen voor de tijd die het operationaliseren van een code als deze nu eenmaal vergt. Een code die dankzij de inzet van datzelfde FNV is ontstaan. Zij zou meer realisme moeten tonen voor de complexiteit van de beoogde transitie in het huidige reset-stadium.
De schoonmaak en glazenwasser bedrijven die zich in OSB hebben verenigd zijn de afspraken over het aantal op te leiden medewerkers onvoldoende nagekomen (of nog niet na kunnen komen?). In enkele gevallen van contractwisseling is ongelukkig gecommuniceerd met hun betrokken medewerkers. Dergelijke missers zijn natuurlijk niet slim voor partijen die anderzijds volop maatschappelijke betrokkenheid prediken. De arbeidsvoorwaardelijke eisen liggen moeilijk in deze tijd en de inzet van het stakingsmiddel lijkt te hoog gegrepen. Zowel FNV als OSB weten maar al te goed hoe de facilitaire branche onder druk staat door het economische ontij, de krimpende markt en de zware bezuinigingen. Met name facilitaire aanbieders in de MKB categorie dreigen de dupe te worden van het maatschappelijk onverantwoord gedrag van enkele grote spelers in dit conflict. Het is juist die MKB-categorie aanbieders die dicht bij hun medewerkers staan waardoor die medewerkers veel minder reden hebben om de alarmbel zo zwaar te luiden. Maar …… het zijn vaak wel de medewerkers van die bedrijven die het gelag betalen. In 2011 gingen veel kleine facilitaire aanbieders failliet. T.o.v van 2010 is dat zelfs bijna een verdubbeling.
Gelukkig wordt goede wil ook door een groot aantal opdrachtgevers getoond. Vele hebben de code ‘verantwoordelijk marktgedrag’ ook ondertekend. Een aantal hebben lopende aanbesteding procedures zelfs stopgezet om alsnog overeenkomstig de code te handelen. Toch steken nog veel opdrachtgevers hun kop in het zand. Inkopers knijpen de kosten van facilitaire services nog steeds hard uit. Dat gebeurt veelal in opdracht van de core-business omdat de handel daar krimpt. Omzetstijging, gekoppeld aan een gezond rendement, is voor veel organisaties niet zo vanzelfsprekend. Knijpen in de (facilitaire) kosten is het enige devies dat diezelfde core-business nog kan afgeven.
Schoonmaakbedrijven geven de pijn van dat knijpen helaas nog te vaak door aan hun uitvoerende medewerkers. Je kunt echter niet blijven volhouden dat het alleen hun verantwoordelijkheid is. De cirkel is rond en dus luidt de vraag: “Waarom trekken betrokken partijen hun kop niet spoedig uit het zand”?
De facilitaire markt is een professioneel vakgebied met een jaarlijkse omzet in de totale keten van ca. € 63 miljard, d.w.z. 13 % van het BNP. In totaal zijn 26.000 aanbieders actief waarbij 315.000 medewerkers in dienst zijn. Voor wat betreft de schoonmaakbranche zijn er zo’n 8000 aanbieders actief, waarbij ruim tweehonderdduizend medewerkers in dienst zijn. Van die 8000 bedrijven spelen ca. 600 grotere bedrijven een belangrijke rol in de markt.
Zo’n markt verdient een volwassen aanpak, ook door betrokken partijen in dit conflict, zodat de professionaliteit van de facilitaire markt niet wordt veronachtzaamd maar sterk zichtbaar blijft. Laten betrokken partijen hun behaalde zegeningen tellen en die, samen met de goede plannen en initiatieven, als uitgangspunt nemen in de CAO-onderhandelingen. Laten zij elkaar vooral ook voldoende tijd gunnen om tot een verantwoorde reset te komen. Dat vraagt solidariteit en een duidelijke gezamenlijk geformuleerde lange termijn visie. Er bestaan nog steeds genoeg initiatieven en er zijn nog steeds moderne klantgerichte organisaties die willen investeren in een sterke en aantrekkelijke schoonmaakbranche. Het facilitaire domein, van medewerker tot provider, van opdrachtgever tot eindgebruiker zal er vooral maatschappelijk en uiteindelijk ook economisch wel bij varen.
Facility Management Nederland Facilitair Management Gezondheidszorg
W. Ledder A. de Reus
Voorzitter Voorzitter