De overheid pakt fraude in de schoonmaakbranche tot eind volgend jaar extra hard aan in diverse regio’s. Het gaat om bijvoorbeeld uitkeringsfraude, belastingontduiking en illegale arbeid.
Schoonmaakbedrijven worden gecontroleerd in Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, de Gooi en Vechtstreek, West-Brabant en Zeeland. In 2010 volgt Noord-Holland. De teams die op stap gaan, bestaan uit controleurs van de Arbeidsinspectie, Belastingdienst en UWV en in Flevoland ook de Sociale Recherche. De regio’s zijn uitgekozen omdat de verschillende overheidsdiensten daar signalen kregen dat er in de schoonmaakbranche het nodige mis was.
In totaal zullen ongeveer 1500 controles worden gedaan. Daarvan zijn er ruim 300 bij schoonmaakbedrijven zelf. Naast schoonmakers van bedrijfsgebouwen en bijvoorbeeld treinen valt ook te denken aan glazenwassers. De overige inspecties vinden plaats bij ondernemingen waar hun mensen aan het werk zijn. Behalve de genoemde soorten fraude zijn de controleurs ook alert op onderbetaling en zwart werk. Verder zijn ze bedacht op ‘fictieve dienstverbanden’. Hierbij werkt bijvoorbeeld een illegaal op het sofinummer van iemand die zelf niet aan de slag gaat. Die laatste kan op grond van dat werk later een WW-uitkering aanvragen.
De schoonmaakbedrijven die bezocht worden, zijn geselecteerd op grond van eerdere ervaringen van de verschillende overheidsdiensten. Ook is gebruik gemaakt van tips van bijvoorbeeld andere schoonmaakbedrijven die zien dat malafide ondernemingen op een oneerlijke manier concurreren.
Werkgeversorganisatie OSB juicht het toe dat de fraude extra wordt aangepakt. “Het is belangrijk dat de sector niet langer wordt geassocieerd met illegaliteit”, zo luidt de reactie. “We hebben met de leden via een gedragscode afgesproken dat ze de wet naleven. We bieden hen hulp aan bij identiteitscontroles.”
Bij gerichte controles van de Arbeidsinspectie vorig jaar bleek meer dan een derde (37 procent) van de bezochte bedrijven illegale werknemers in dienst te hebben. In de eerste acht maanden van dit jaar is dit gezakt naar 22 procent. Dat is nog altijd hoger dan in andere risicobranches, waar het overtredingspercentage uiteenloopt van 8 tot 12 procent.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid