Werkgevers geven weinig prioriteit aan het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar publicatie Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers editie 2. Volgens de onderzoekers voelen werkgevers wel de verantwoordelijkheid voor duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt, maar nemen ze niet altijd concrete maatregelen of vinden zij dat de overheid hier een rol in speelt. Genoeg reden voor brancheorganisatie OSB om te reageren: “Bedrijven in de schoonmaaksector nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus door volop kansen te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.”
Nederland kampt met een gunstige economische situatie, wat normaliter een voedingsbodem is voor investeringen van werkgevers in duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt. Hoewel werkgevers volgens het SCP wel meer aandacht hebben voor duurzame inzetbaarheid is er nog winst te behalen op het terrein van de inclusieve arbeidsmarkt en scholing. Desondanks is het aandeel werkgevers dat de komende twee jaar (meer) mensen met een arbeidsbeperking in dienst denkt te nemen beperkt. Als belangrijkste reden wordt aangevoerd dat er geen geschikte functies zijn. In de schoonmaak is dat wel anders. OSB stelt: “In beginsel is iedereen van harte welkom in de schoonmaaksector.” Correct, want schoonmaakbedrijven behalen op dit vlak successen en zijn een belangrijke partner voor opdrachtgevers voor het behalen van SROI-doelstellingen.
Overigens zegt het onderzoek wel wat over de Zakelijke Dienstverlening als sector. Zo werken er relatief veel mensen met een niet-westerse achtergrond, maar hecht het personeelsbeleid weinig belang aan de groep 55-plussers. Verder wordt het volgende gesteld: “De aandacht voor duurzame inzetbaarheid in deze sector komt vooral tot uiting in de scholingsdeelname. Volgens werkgevers veranderen de benodigde kennis en vaardigheden snel. Veel werkgevers vinden dat scholing onder werktijd kan en in veel organisaties vragen werknemers studieverlof aan. Thuiswerken en het zelf bepalen van begin- en eindtijden behoren in veel organisaties in de zakelijke dienstverlening tot de mogelijkheden. Dit bevordert de duurzame inzetbaarheid.”
Duurzame inzetbaarheid en inclusieve arbeidsmarkt prioriteit in schoonmaak
Terecht voert OSB het volgende aan: “De schoonmaaksector voert al enkele jaren een actief beleid op het thema duurzame inzetbaarheid van personeel. De bedrijfstak investeert veel in opleidingen, cursussen en begeleiding. Er wordt actief gekeken naar mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. De sector biedt ondersteuning bij loopbaanontwikkelingen, zelfs als dat zou betekenen dat mensen daar andere sectoren overstappen. In de praktijk blijkt overigens wel dat begeleiding en coaching van betrokkenen essentieel is om tot succes te komen.”
Het OSB persbericht vervolgt: “In de schoonmaak hebben werkgevers en vakbonden afspraken gemaakt over verdere investeringen in duurzame inzetbaarheid. Er zijn meer dan twintig projecten gestart om dit handen en voeten te geven. Het is belangrijk, stelt OSB, dat mensen een baan hebben, dat werknemers gezond hun pensioen halen en met plezier aan het werk zijn en blijven.”
De schoonmaaksector is dan wellicht niet zeer vooruitstrevend, oog voor de mens is er zeker. De schoonmaakbranche opent deuren die voor sommige werkzoekenden of mensen aan de zijlijn gesloten blijven. Als de schoonmaak koploper zou zijn, dan zou het SCP hier wel over berichten. De schoonmaak zit in de kopgroep, nu is het tijd om de sprint in te zetten.