De CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2010-2011 is vanaf 30 september (weer) Algemeen Verbindend Verklaard (AVV). Dit betekent dat alle schoonmaakbedrijven (dus ook degenen die niet bij OSB zijn aangesloten) zich moeten houden aan de afspraken die in de CAO zijn gemaakt. Hiermee is een einde gekomen aan de AVV-loze periode. We vroegen een aantal hoofdrolspelers om een reactie.
OSB directeur Rob Bongenaar: “Dat we na een lange periode zonder AVV nu een CAO hebben die de hele branche bindt zie ik als een zegen. De ervaring leert weliswaar dat ook een CAO zonder AVV in de regel wordt nageleefd, wanneer dit te lang gaat duren gaan er toch zaken voorvallen die je als concurrentieverstorend kunt kwalificeren. Immers, marktpartijen die zich even niet aan de Cao willen houden hebben in dat geval vrij spel en kunnen het binnenhalen van een opdracht financieren door onder de CAO lonen te gaan zitten. Iets wat OSB lidbedrijven niet kunnen omdat die de CAO moeten naleven, ook zonder AVV. En de AVV is om nog meer redenen een zegen. Het geeft rust in de markt, het legt toezeggingen richting werknemers op aan alle marktpartijen en het voorkomt tussentijdse arbeidsonrust. En dat is weer goed voor ons imago dat we als OSB juist op een hoger plan willen krijgen. Kortom, als vertegenwoordiger van de kwaliteitsbedrijven verenigd in de OSB ben ik blij dat de AVV er nou eindelijk is. Dat geeft ons de kans om initiatieven als een keurmerk á la Bovag en het komen tot een gedragscode in aanbestedingstrajecten, de aandacht te geven die ze verdienen!”
Jan Kampherbeek van CNV Vakmensen is blij dat de CAO weer ge-AVV’d is. “Voor werknemers zijn er nu meer mogelijkheden om de naleving van de CAO af te dwingen als dat noodzakelijk is. Dat is natuurlijk prettig. Wij vinden het van belang dat iedereen die in de schoonmaak werkt minimaal de arbeidsvoorwaarden heeft die in de CAO staan. Dat kunnen we nu beter controleren en waarborgen. In de praktijk bleek dat in de periode dat de CAO niet algemeen verbindend was verklaart de niet aangesloten bedrijven wel de lonen volgens de CAO betaalden maar juist de kwalitatieve afspraken, zoals scholing en taal, niet goed naleefden. Verder is het goed dat alle bedrijven nu weer bijdragen aan de RAS. Dat zou bedrijven moeten stimuleren om ook gebruik te maken van de mogelijkheden die er binnen de branche zijn om subsidie te krijgen voor opleidingen. De RAS bijdrage wordt ook gebruikt voor initiatieven die de sector vooruit moeten brengen zoals de “Code Goed Opdrachtgeverschap”. Het is goed dat iedereen die van die initiatieven meeprofiteert er ook voor betaald.”
Novon directeur en CAO-onderhandelaar Jacco Vonhof sluit zich aan bij Bongenaar en Kampherbeek. “Het verlenen van een AVV op de CAO schoonmaak, is voor onze branche een goede zaak. In een tijd waar de focus van veel bedrijven op het verlagen van kosten ligt, schoonmaakbedrijven vaak diep (moeten) gaan om klanten te behouden of nieuwe klanten te winnen, bestaat het risico dat er wordt geconcurreerd op arbeidsvoorwaarden als er geen Ge-AVV-de CAO is. Hoewel er in de branche een groeiend besef ontstaat, dat de huidige concurrentiestrijd ten koste gaat van kwaliteit en onze mensen, blijft de praktijk weerbarstig. Ik verwacht dat de werkgroep, die zich bezig houdt met de “Code Goed Opdrachtgeverschap” met verstandige oplossingsrichtingen komt om een kentering teweeg te brengen in onze “race naar de bodem”. Tot die tijd blijft onze CAO de enige bodem die we als sociale partners kunnen leggen in de markt.” Als liberaal vindt Vonhof het middel AVV een (te) ingrijpend oplossing voor de problemen in de markt. “Ik verwacht daarom van OSB en haar leden een serieuze poging om een kwaliteitslabel te worden voor bonafide bedrijven met professionele uitstraling en dito personeelsbeleid. Een label waar onze opdrachtgevers om gaan vragen, beter gezegd van ons gaan eisen, waardoor een AVV in de toekomst helemaal niet meer nodig zal zijn.”