Schoonmaakbedrijven die huishoudelijke verzorging leveren, moeten zich voortaan aan de CAO verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) houden. Het ministerie van Sociale Zaken heeft de CAO-VVT algemeen verbindend verklaard.
Sinds de invoering van de Wmo in 2006 concurreren thuiszorgaanbieders met schoonmaakbedrijven die soms hun eigen CAO hanteren. Dat levert hen een prijsvoordeel op, omdat de lonen in de schoonmaak-CAO lager zijn. De algemeen verbindend verklaring heeft gevolgen voor schoonmaakbedrijven die niet de CAO-VVT maar de schoonmaak-CAO toepassen, zoals Tzorg en CSU. Grote schoonbedrijven als Asito en Vebego passen de CAO-VVT al wel toe.
Reactie OSB
We vroegen OSB Directeur Rob Bongenaar om een reactie: “Het bericht heeft ons hogelijk verrast en het schijnt een unicum te zijn, maar feit is dat het geschil over dit onderwerp nu door een derde is beslecht. Daarmee is het nu zo dat de thuiszorgmarkt valt onder de zorg cao, ook als het gaat om pure schoonmaak (HH 1 en HH 2). Feitelijk was het natuurlijk al zo dat er veel schoonmaakbedrijven een thuiszorg bedrijf hadden ingericht dan wel overgenomen en al onder deze Cao werkten, aan de andere kant zijn er ook veel bedrijven die dit niet deden en het gewoon als schoonmaak behandelden, wat het feitelijk natuurlijk ook is. De minister heeft gemeend om een marktverdelings issue via de AVV band te moeten regelen. Ons AVV probleem is daarmee opgelost maar de thuiszorgmarkt lijkt wel verloren voor de schoonmaakbranche. Dat het voornamelijk schoonmaakbedrijven zijn die deze markt overnemen, al is het dan onder de thuiszorg cao, is wat dat betreft een troost. Overigens studeren we nog op deze beslissing van de Minister en onderzoeken of dit juridisch houdbaar dan wel aanvechtbaar is.”
CSU meldt overigens dat ze de geldende regelgeving zal respecteren en dat de directie gesprekken voert met AbvaKabo en Actiz hoe hier praktisch mee kan worden omgegaan.