Woorden zijn combinaties van letters waarmee we anderen trachten ‘iets’ duidelijk te maken, vast te leggen, te overtuigen, afspraken te bevestigen (of te annuleren), kennis over te dragen en spelregels op te stellen. Gemakshalve laat ik de overige mogelijkheden maar even buiten beschouwing.
Henk Mulder (henk.m.advies@planet.nl) is adviseur consultant building maintenance en redacteur van het Clean Totaal katern “Kijk Op Gevels”.
Als we het hebben over spelregels, dan zou ik voor wat betreft het gebruik van fraaie woorden willen verwijzen naar onze grondwet en dan met name Artikel 21. Hierin staat: “De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.”
‘Bewoonbaarheid, bescherming, verbetering en leefmilieu,’ zijn woorden met een positieve uitstraling, maar die in de dagelijkse praktijk nog wel eens willen degraderen tot ordinaire gedachtekeutels. Bij ‘de bewoonbaarheid van het land’ mag ik ervan uitgaan dat met ‘het land’ ons land wordt bedoeld. Met bewoonbaarheid hebben we niet alleen met de constructie van bouwwerken te maken maar ook met zaken als hygiëne en esthetica, ook wel schoonheidsleer genoemd.
Bij ‘bewoonbaarheid’ moeten we ook denken aan ‘bescherming’. Als de levensduur van duurzaamheid ons iets waard is, dan verdienen ook de daken en gevels van onze onderkomens de nodige aandacht. ‘Bescherming’ wordt hierbij nog wel eens over het hoofd gezien. Van enige ‘verbetering’ is nog steeds te weinig sprake. En wat moeten we verstaan onder ‘verbetering van het leefmilieu’. Welk leefmilieu en voor wat en wie.
Woorden kan ik ook gebruiken voor de volgende stelling:
“Vakmensen zijn hun gewicht in goud waard, maar kosten slechts een fractie ervan.” Toch wordt te vaak en te veel geklaagd over de prijzen voor deze vakmensen. Te vaak kom ik oerwouden aan regels tegen waar een bedrijf zich doorheen moet worstelen en waardoor de prijzen onnodig stijgen. Regels die met het ‘leefmilieu’ hebben te maken (zegt men), en soms zijn bedacht door regelneven en –nichten die het verschil niet weten tussen zuurkool en koolzuur.
Alleen het verbeteren van het leefmilieu van de genoemde regelneven en –nichten kan toch niet de bedoeling zijn van artikel 21. De bewoonbaarheid van het (ons) land gaat ons allemáál aan. Daar mag de overheid als grootste opdrachtgever ook wel eens wat meer aan denken. Geen offertes honoreren waar alleen de familieleden van Beun de Haas zich in kunnen vinden.
Als de overheid artikel 21 van de grondwet serieus neemt, door te stellen dat de zorg is gericht op de bewoonbaarheid van ons land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, dan dient men zich te realiseren, dat kwaliteit een optelsom is van kennis en kunde en dat daar een passende beloning tegenover dient te staan. De volksvertegenwoordiger ontvangt een uiterst reële schadeloosstelling uit de staatsruif voor zijn diensten, terwijl lang niet alle diensten als vakwerk kunnen worden bestempeld. Waarom dan knabbelen aan het inkomen van professionals die, als het gaat om de bewoonbaarheid van het land, artikel 21 hoog in hun vaandel hebben staan? Politiek bedrijven is geen kunst; professioneel reinigen en beschermen wel.