Door John Tabbers
Websurfers die bij toeval terecht komen op deze website zullen wellicht met rode oortjes de artikelen en daarop volgende commentaren lezen. In ieder geval wordt hun vocabulaire verrijkt met begrippen als ’rolschaats-tarieven’en ‘verdoezel-uren’. Maar misschien worden zij –net als ik- geïntrigeerd door de uitspraak van Maurice Rutgrink –in zijn commentaar op de column van Edward Essenberg: “Verdoezelen”- die luidt: ”Nooit zag ik een verhaal opduiken waarin iemand van de top-10 vertelde een grote klant te zijn kwijtgeraakt.”
Op basis van de op Aanbestedingskalender gepubliceerde documenten kunnen wij enkele gegevens analyseren die een antwoord geven op bovengenoemde opmerking en zicht geven op positieveranderingen, vanuit de volgende gedachtengang:
Iedere publicatie van aanbesteding maakt melding van een (totale) contractperiode, bestaande uit een vaste periode en een aantal optionele verlengingsjaren. In het gunningsbericht is te lezen wat de feitelijke startdatum is van de opdracht en aan wie de opdracht gegund is. Enkele jaren later verschijnt er wederom een publicatie van aanbesteding, veelal door dezelfde aanbesteder en betreffende hetzelfde object van schoonmaak en met vermelding van de beoogde ingangsdatum.
Daarna volgt het gunningsbericht, met vermelding van de feitelijke ingangsdatum en de naam van het geselecteerde schoonmaakbedrijf.
Deze gegevens nu zijn voldoende om de sluier op te lichten waarbij wij vooral moeten kijken naar de data en de naam van de geselecteerde schoonmaakbedrijven –en wellicht de betrokken adviseurs-.
Immers: waar ligt de datum van ingang van de contractperiode zoals aangegeven in de tweede aanbesteding??
Is deze gelijk aan de afloopdatum van het voorafgaande contract na volledige uitoefening van het recht op verlenging, dan neem ik aan dat aanbesteder tevreden was over de uitvoering van het eerste contract. Ligt deze datum binnen de optionele verlengingsperiode, dan beginnen er vraagtekens te rijzen. Ligt deze datum exact aan het einde van de vaste contractperiode, dan speelt waarschijnlijk het scenario dat aanbesteder van het contract af wil zonder juridisch gedoe. Ligt de datum vóór het einde van de vaste contractperiode, dan is er vrijwel zeker hommeles geweest en neemt aanbesteder zelfs juridisch gedoe op de koop toe om maar van het contract af te komen.
De achtereenvolgende namen van de uitverkoren schoonmaakbedrijven kunnen het analysebeeld ondersteunen: wordt hetzelfde schoonmaakbedrijf gekozen, dan is er zéker geen sprake van een verstoorde relatie in de voorafgaande periode. Wordt niet hetzelfde schoonmaakbedrijf gekozen, dan is er wellicht sprake van een verstoorde relatie. Echter, evengoed kan het veroorzaakt zijn door de toevallige uitkomst van het gunningscriterium ‘laagste prijs’.
Combinatie van beide invalshoeken maakt het echter nog veel interessanter omdat u dan vrijwel zeker dichter bij de realiteit kunt komen. Wanneer u dan vervolgens ook kijkt naar de naam van de betrokken schoonmaakbedrijven en de categorie waartoe zij behoren (koplopers, volgers of peleton) dan blijkt of ‘het gevoel in de branche’ zoals dit naar voren komt in de diverse artikelen en commentaren, overeenstemt met de feitelijke werkelijkheid.
Ook in Schoonmaakland zijn méér gegevens beschikbaar dat men zich in doorsnee realiseert. Is een nader inzicht voor uw bedrijf van belang, dan weet u nu hoe u dit kunt benaderen.
John Tabbers (johntabbers@upcmail.nl), onafhankelijk aanbestedingsadviseur.
Tel: 06 55 395 313
Reageren? redactie@acceptatie.cleantotaal.nl
