Collectief trekt de schoonmaaksector, tot aan de tanden gewapend met accountantsverklaringen, weer ten strijde om de broodnodige compensatie voor gestegen kosten te verdedigen. Het is een jaarlijkse rituele dans die altijd maar één winnaar kent en dat is niet het ten strijde trekkende leger aan relatiebeheerders, accountmanagers, vestigingsmanagers en directeuren. Dat is de klant. Althans dat denkt de klant. Tot er over enkele jaren weer stakende schoonmakers op de stoep staan en de treinen niet enkel vol liggen met het nieuws van vandaag.
Door Ron Steenkuijl, directie ADG Dienstengroep
Overigens is de klant zich van geen kwaad bewust. Tenslotte hebben veel contracten, zeker de grote contracten, standaard een CBS-indexering, die als meetlat gebruikt wordt bij de jaarlijkse prijsverhoging, ongeacht of dit de werkelijke prijsstijging van de sector weerspiegelt. En ja, laten wij nu collectief als sector al deze contracten met ons volle verstand getekend hebben. Want niet tekenen betekent uitgesloten worden in de RFP! De consequentie is dat het ten strijde trekkende leger als nog ten onder gaat aan het juridisch wapengekletter, dat afspraak, afspraak is.
Nou is het zo dat de meeste CBS-indexeringen al jarenlang lager zijn dan de prijsindex, die de sector nodig heeft om zijn (CAO)kostenstijgingen te kunnen compenseren. Dat heeft grote consequenties. Als we de kostprijsverhoging van één uur schoonmaak van de laatste vijf jaar bij elkaar optellen, dan komt deze -met name als gevolg van stijgingen in het loon en in de sociale lasten- uit op een kleine 20%. De CBS-indexering bedraagt over dezelfde periode ongeveer 10%. Tel uit je verlies. Feitelijk wandelen we zo langzaam maar zeker opnieuw in het mes dat we zelf op tafel hebben gelegd. En er is niemand die er wat aan doet. Op deze manier kan de geschiedenis zich over enkele jaren zomaar herhalen, mits we niet een doos vol nieuwe innovaties open trekken om de m2 uur productie te verhogen zonder verhoging van de werkbelasting.
Laat ik dan nog eens vaststellen dat de jaarlijkse prijsverhoging geen moneymaker is. Bedrijven die de prijsindex doorvoeren moeten dit doen voor behoud van marge, niet ter verhoging. Immers het is een compensatie voor de gestegen kosten. En dan komt de vraag: ‘is een prijsindex duurzaam?’ Het antwoord is eenvoudig: ‘ja, zeker!’ Als de kosten stijgen en ze worden niet gecompenseerd door verhogingen of bezuinigingen, zet dat de onderneming en/of de dienstverlening ‘onder water’. Voor duurzaam ondernemen is rentabiliteit van groot belang. Niet zozeer de hoogte van de rentabiliteit, maar de aanwezigheid. Onder water, in de rode cijfers, kun je niet duurzaam ademhalen. Zeker niet als ook de betalingstermijnen steeds verder opgerekt worden. Soms met je rug tegen muurtot wel 120 dagen.
Duurzaam ondernemen is, zorgen voor een onbezorgde toekomst waar we samen verantwoordelijk voor zijn. Dus niet klagen, maar actie om dit mechanisme aan de kaak te stellen. Het zou van gezond verstand getuigen als we vanuit dit duurzame perspectief als opdrachtgever en opdrachtnemer met elkaar het debat rondom de prijsverhoging aangaan en niet een ritueel dansje opvoeren waarbij de uitkomst niemand helpt.
Ik wens iedereen een duurzaam gesprek over de prijsindex toe!