Ik ben 1,94 mtr en weeg iets meer dan 100 kg. In een verleden, toen ik nog meer haar op mijn bol had, heb ik de zwarte band jiu-jitsu gehaald. Heb daarnaast een bepaalde vorm van Kung Fu beoefend. Ben ook actief geweest als uitsmijter (het woord “portier” staat wat netter) bij kroegen en discotheken. Tijdens mijn studie een bijbaan gehad, waarbij ik op Schiphol achter zakkenrollers en ander gespuis aan mocht rennen. Kortom, ik sta doorgaans best stevig in mijn schoenen. Totdat…
Ton Christianen (t.christianen@osb.nl) is bedrijfsadviseur bij OSB.
..ik naar de tandarts moet. Dan verander ik in een weekdier. De nacht daarvoor slaap ik onrustig. Als ik in die stoel lig, staat het zweet op mijn bovenlip en loopt het bijna dun in de broek. Het bloed kruipt uit mijn gezicht zodat je weinig kleurverschil ziet met mijn witte overhemd. Krampachtig knijp ik in mijn knokkels en apathisch probeer ik te volgen wat op het TV scherm gebeurd wat in het plafond is gemonteerd zodat je “rustig” naar TV kan kijken terwijl die gepromoveerde automonteur met een vergrootglas op zijn bril met zo’n haakje aan mijn kiezen zit te pulken.
Wat ook niet echt helpt, is dat wij een moderne tandarts hebben. Al het personeel, inclusief de tandarts zelf, heeft een mintgroen poloshirt aan met zijn/haar naam erop gedrukt. Mijn tandarts heet Jacques. Maar dat wil ik helemaal niet weten!! Ik vind het een beetje eng als iemand met een dergelijk beroep zo nadrukkelijk laat zien hoe hij heet. Doe een witte jas aan en gedraag je als een medicus. Trieste waarheid is dat mijn kinderen (10 en 8 jaar) het beter doen bij de tandarts. Mijn dochter noemt me steevast een “watje” als ze me voorafgaand aan het bezoek onrustig door de huiskamer ziet ijsberen. Gelijk heeft ze.
Ergo, mijn werkelijkheid is dat een bezoek aan de tandarts gelijk staat aan ellende. Maar is dat ook realiteit? Nee! Die man (oprecht vriendelijk) heeft me nooit echt wat aangedaan. Sterker nog, ik heb nog nooit een gaatje gehad! En het is onderhand ook traditie geworden dat als we weer naar huis rijden en ik aangeef “nou, dat viel eigenlijk wel mee” er vanaf de achterbank steevast de reactie komt: “Zie je wel dat je een watje bent”. Mijn kinderen hebben gelijk. Ik beeld het me zelf in dat een bezoek aan de tandarts erger is dan feitelijk de situatie.
Wat is nu de link met de schoonmaakbranche? Ik spreek met zekere regelmaat ondernemers die erg flexibel willen zijn. Die aan de klant willen laten zien hoe buigzaam ze kunnen zijn om de problemen snel en adequaat op te lossen. Helemaal niets mis mee. Maar soms mag men zich mijns inziens wel wat prominenter profileren als vakman/vrouw. Als de professional die weet op welke wijze een optimale vorm van bedrijfshygiëne tot stand kan komen. Als ik het daar met sommige ondernemers over heb klinkt wel eens de reactie: “Nee, want zo zien klanten ons niet. Wij zijn maar schoonmakers”.
Wat is uw “werkelijkheid” en wat is uw “realiteit”? Bent u “slechts” schoonmaker of bent u hygiënespecialist? En hebt u zelf ook niet een beetje in de hand hoe uw werkelijkheid er uit ziet en of dat ook uw realiteit wordt? Ik zal u, de volgende keer dat ik uit de tandartsstoel kruip, laten weten of het me gelukt is of ik de realiteit mijn werkelijkheid heb kunnen maken.