De problemen in de levering van grondstoffen blijven aanhouden. Voorraden raken op en tijdelijke oplossingen bieden geen verlichting meer. Tekorten aan schoonmaakproducten, prijsstijgingen en herformuleren met minder geschikte (of minder duurzame) grondstoffen is in veel gevallen de enige optie. Gebruikers van reinigingsmiddelen, zowel consumenten als professionele gebruikers, gaan steeds meer de effecten van deze problemen merken. Ondertussen wordt er nog nauwelijks prioriteit gegeven aan het stimuleren van duurzame productie van grondstoffen binnen de EU. Dat meldt de NVZ in een persbericht
De oorzaken van de aanhoudende problemen zijn voor veel leveringsketens herkenbaar: enerzijds de grote afhankelijkheid van Azië en de productie- en logistieke problemen aldaar. Anderzijds de continue stijgende energie- en transportkosten. Beide oorzaken zijn helaas de rekening van tientallen jaren te veel focus op kostenbesparing waardoor productie naar Azië werd verplaatst, en te weinig investering in duurzame, Europese productieketens.
Geen oplossing in zicht, grotere problemen verwacht
Voor de korte termijn is er geen zicht op verbetering van deze situatie. Sterker: nog steeds lijkt meer productie van grondstoffen en eindproducten naar Azië te verhuizen. Vraag je aan importeurs wanneer de problemen zijn opgelost, dan krijg je steevast het antwoord: we weten het niet. Net als bij de tekorten van computerchips is de afhankelijkheid van Azië niet op korte termijn op te lossen.
Meer productie reinigingsmiddelen buiten de EU
Het probleem dreigt voor grondstoffen bovendien alleen maar groter te worden. De EU is volgens de NVZ continu in beweging om regelgeving rond de productie en het gebruik van chemische stoffen aan te passen. ‘Veelal met goede redenen: we willen zo veilig en duurzaam mogelijk zijn. Het is echter de vraag of de huidige ontwikkelingen in de regelgeving, onder andere de ontwikkelingen uit de Europese Green Deal, proportioneel zijn met de mogelijke risico’s voor mens en milieu. Het onnodig verzwaren van regelgeving werkt de verplaatsing van productie naar goedkopere plekken zoals Azië alleen maar in de hand. Er zou prioriteit gegeven moeten worden aan het stimuleren van duurzame productie van veilige grondstoffen in de EU. Alle inspanningen in verduurzaming zouden niet tot gevolg moeten hebben dat nog meer productie naar buiten de EU verplaatst, waarbij de grip op de mate van duurzame productie totaal verloren gaat. Het wordt tijd dat de politiek op holistische en realistische wijze gaat kijken naar een veilig en duurzaam Europa dat minder afhankelijk is van import.’